De Vikingen

Vikingen les 1 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vikingen les 1 

Slide 1 - Tekstslide

Vikingen
Wat weet je al?

Slide 2 - Woordweb

De Vikingen
We noemen ze ook wel de Noormannen. 

Ze wonen in Noorwegen, Zweden en Denemarken (= Scandinavië). Op het kaartje hiernaast zijn delen van deze landen oranje gekleurd. Tussen 800 en 1100 zijn ze actief in heel Europa, vooral als woeste rovers
De Noormannen zijn bericht om hun bloedige plundertochten.  Ze zijn de beste zeelui van hun tijd. 

Slide 3 - Tekstslide

Handelaren
Het waren niet alleen maar woeste krijgers.
Vikingen deden ook aan landbouw en het waren handelaren. Thuis erft de oudste zoon de boerderij. De jongere zonen krijgen niets. Daarom gaan zij de zee op. Op hun tochten drijven ze handel, maar ze houden ook strooptochten langs de kusten van Europa. Overal zijn wapens en zelfs zilverschatten uit de Vikingstijd opgegraven. 

Slide 4 - Tekstslide

Rooftochten
De Vikingen zijn bij ons vooral bekend vanwege hun plundertochten.

Dit deden ze omdat Scandinavië overvol was door bevolkingsgroei en er niet genoeg voedsel verbouwd kon worden.

Slide 5 - Tekstslide

Geloof
De Vikingen geloofden in meerdere goden.
Odin was de oppergod en de God van strijd en wijsheid, Freya de Godin van liefde en Thor de god van bliksem en kracht. 
Om de goden tevreden te houden, brachten de Vikingen offers. 
Soms zelfs mensenoffers. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Uit welke drie landen kwamen de Vikingen?
A
Nederland, Noorwegen en Finland
B
Noorwegen, Finland en Denemarken
C
Duitsland, Zweden en Finland
D
Noorwegen, Zweden en Denemarken

Slide 8 - Quizvraag

Waarom gingen de Vikingen op plundertocht?
A
Dat moest van de koning
B
Scandinavië was overvol en er was een niet genoeg voedsel.
C
In Scandinavië was het te koud.
D
Ze waren bang voor de goden.

Slide 9 - Quizvraag

De Vikingen geloofden in?
A
1 god.
B
Meerdere goden.

Slide 10 - Quizvraag

Noem de 3 namen van de Goden.

Slide 11 - Open vraag

Schepen
De Vikingen waren de beste scheepsbouwers van Europa. Ze hadden niet alleen roeispanen maar ook zeilen, iets wat nog nooit eerder gezien was in Europa. 
Ze bouwden lange en smalle schepen met voorop  de kop van een draak. 

Met deze schepen konden ze snelle aanvallen doen. In een zogenaamd drakenschip voeren ze zelfs over de Atlantische Oceaan. 

Slide 12 - Tekstslide

Woeste krijgers
Een Viking geloofde dat als hij dapper streed, hij later in het Walhalla zou komen. Vikingen waren niet bang voor de dood en konden zich door de snelle schepen makkelijk verplaatsen. Dit maakte het dat ze moeilijk te verslaan waren .

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Waarom waren de Vikingen zo moeilijk te verslaan?
A
Ze waren woest en onverschillig.
B
Ze waren niet bang en konden zich snel verplaatsen.
C
Ze hadden geheime wapens.
D
De goden hielpen de Vikingen mee.

Slide 15 - Quizvraag

Waar of niet waar?
  • Opdracht in tweetallen
  • Je gebruikt samen één Chromebook: google zoekmachine
  • Je ziet op het bord een vraag staan en probeert het antwoord samen (binnen de tijd!) via google te achterhalen.
  • Er komen in totaal 5 vragen. 
  • Als de timer is afgelopen ga je in het vak WAAR of NIET WAAR staan. 


Slide 16 - Tekstslide

Van de huid van walrussen maakten de Vikingen touw.

Waar of niet waar?
timer
0:40

Slide 17 - Tekstslide

WAAR

Slide 18 - Tekstslide

Rijke Vikingen werden begraven met al hun spullen, zelfs hun paarden en ossen werden gedood en meegeven. 

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 19 - Tekstslide

WAAR

Slide 20 - Tekstslide

Meestal gebruikten de Vikingen runderleer om hun schoenen van te maken. 

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 21 - Tekstslide

NIET WAAR

Slide 22 - Tekstslide

De God Odin heeft drie raven bij zich.

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 23 - Tekstslide

NIET WAAR

Slide 24 - Tekstslide

Vikingen jaagden op walvissen en ijsberen. 

Waar of niet waar?

timer
0:40

Slide 25 - Tekstslide

WAAR

Slide 26 - Tekstslide

Vikingen
Wat weet je nu?

Slide 27 - Woordweb