Opdrachten bij grammatica les 22&23

Grammatica les 22
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnWOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica les 22

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan congruentie-oefening
Voorbeeldvraag: patrem (carus) -> zet het bijv. nwd. 'carus' in de juiste vorm'
  • Bepaal tot welke groep het zelfst. nwd. behoort (zie vorm in woordenlijst).
  • Bepaal naamval, getal en geslacht van het zelfst. nwd.
  • Zet het bijv. nwd. om, zodat het dezelfde naamval, getal en geslacht heeft (zie het rijtje van bonus).
Voorbeeldvraag: patrem staat als 'pater, patres, m'  in woordenlijst -> groep 3.
Uitgang -em hoort in groep 3 bij acc. ev. Geslacht is in lijst gegeven (mann.).
'carus' moet dus in acc. ev. mannelijk -> 'carum'


Slide 2 - Tekstslide

memoriam
A
cara
B
caram
C
carae

Slide 3 - Quizvraag

matri
A
carae
B
caram
C
cara

Slide 4 - Quizvraag

lucis
A
clarus
B
claris
C
clarae

Slide 5 - Quizvraag

dolorum
A
magni
B
magnorum
C
magno

Slide 6 - Quizvraag

Open vragen
Geef bij de volgende vragen aan bij welke groep het zelfstandig naamwoord hoort, in welke naamval, getal en geslacht (m, v of o) het staat en zet vervolgens het bijv.nwd./bezittelijk vnwd. dat tussen haakjes staat in de juiste vorm. Geef je antwoord als volgt weer:
VB: feminis (carus)
Antwoord: 1, dat/abl, mv, v, caris

Als er meerdere opties mogelijk zijn, moet je altijd beide opties geven, gescheiden door een '/' (zie voorbeeld)

Slide 7 - Tekstslide

donorum (magnus)
Geef groep, naamval, getal en geslacht van het zelfst. nwd. en zet het bijv. nwd. in de juiste vorm

Slide 8 - Open vraag

senes (maestus)
Geef groep, naamval, getal en geslacht van het zelfst. nwd. en zet het bijv. nwd. in de juiste vorm

Slide 9 - Open vraag

virum (Romanus)
Geef groep, naamval, getal en geslacht van het zelfst. nwd. en zet het bijv. nwd. in de juiste vorm

Slide 10 - Open vraag

doloribus (magnus)
Geef groep, naamval, getal en geslacht van het zelfst. nwd. en zet het bijv. nwd. in de juiste vorm

Slide 11 - Open vraag

matrem (pulcher)
Geef groep, naamval, getal en geslacht van het zelfst. nwd. en zet het bijv. nwd. in de juiste vorm

Slide 12 - Open vraag