BS 5 Voortplanting

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Welkom

Kom binnen

Telefoon in de (je) tas

Ga zitten

Pak je boeken

Door welk huidmondje kan gaswisseling plaatsvinden?

1. Het linker huidmondje
2. Het rechter huidmondje
3. Beide huidmondjes

Glucose kan door de plant worden omgezet in andere energierijke stoffen. We noemen dit............

1. Fotosynthese
2. Verbranding
3. Assimilatie

Een product van assimilatie zijn bijvoorbeeld

1. zetmeel en glucose
2. suiker en zetmeel
3. glucose en eiwit
4. eiwit en zetmeel

Voortplanting B5

Als de bast van de stam is aangevreten
door insecten, welk transport vindt er dan niet meer plaats?

1. van assimilatie-producten en water
2. van assimilatie-producten en zuurstof
3. van water en mineralen
4. assimilatieproducten

Neem voor je en lees:

Bladzijde 26, 27 en 28 van het tekstboek

Onderwerpen:

-Ongeslachtelijke voortplanting

-Geslachtelijke voortplanting

Aantekeningen:

Vormen van ongeslachtelijke voortplanting:

Stekken (geranium)

Bollen (tulp/ui)

Knollen (aardappel)

Uitlopers (aardbeien)

Wortelstokken (lelietje van dalen)

Voordelen ongeslachtelijke voortplanting:

-Snel

-Geen andere planten bij nodig

-Genetisch identieke nakomelingen (voedingsindustrie)

Type celdeling betrokken bij ongeslachtelijke voorplanting is mitose.

Maken

Opdrachten 43 en 44

Geslachtelijke voortplanting

• nieuwe erfelijke eigenschappen
• eigenschappen van beide ouders
• nakomelingen kunnen er anders uitzien

Hoeveel planten zijn er nodig voor geslachtelijke voortplanting?

2

Onderdelen van de bloem

De bloemonderdelen

Aantekeningen:

Geslachtelijke voortplanting vindt plaats d.m.v. bloemen.

Voordelen geslachtelijke voortplanting:

-Genetisch verschillende nakomelingen (minder kans op ziektes)

Het type celdeling dat betrokken is bij geslachtelijke voortplanting is meiose.

Welke delen heeft een bloem?

Bloemen zijn de voorplanting van een plant.

(er ontstaan nieuwe planten)

1. Bloembodem: hierop zitten de andere delen van de bloem vast

2. Kelkbladeren: beschermen de bloem als ze nog in de knop zitten 

3. Nectarkliertjes: zitten onderin de bloem en maken zoete vloeistof (nectar)

4. Kroonbladeren: gekleurde bloemblaadjes

5. Stamper: zit middenin de bloem (voortplanting)

6. Meeldraden: rondom de stamper (voortplanting)

stuifmeelkorrel

1

eicel

4

vruchtbeginsel

5

zaadbeginsel

6

bevruchting

Een stuifmeelkorrel komt op de stempel: bestuiving

Er vorm een stuifmeelbuis deze gaat naar een zaadbeginsel met een eicel en bevrucht de eicel.

De bevruchte eicel in het zaadbeginsel vormt een zaadje.

Het vruchtbeginsel vormt de vrucht.

Eenslachtige

bloemen

Tweeslachtige bloem

De bloemen bevatten zowel meeldraden als stampers

www.bioplek.org

Oefenen

In welke volgorde gaat de stuifmeelbuis door de bloemdelen heen?

1. Stijl, stempel, zaadbeginsel, eicel
2. Eicel, zaadbeginsel, stijl, stempel
3. Stijl, zaadbeginsel, stempel, eicel
4. Stempel, stijl, zaadbeginsel, eicel

2 is de ...
A. stamper - B. stempel
C. stijl - D. vruchtbeginsel

1. Stamper
2. Stempel
3. Stijl
4. Vruchtbeginsel

Huiswerk

Afmaken basisstof 5

Je kunt de begrippen geslachtelijke en ongeslachtelijk voortplanting bij planten uitleggen.