Theme 8, The time of your life, introduction

Theme 8, The time of your life
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Theme 8, The time of your life

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today
  • Introduction 
  • Theme words
  • Grammar 23, adverbs of frequency

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introduction
Watch the clip and answer the questions.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:44
What do you think "Time of your life"means?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

02:07
Wat kan je zeggen over dit liedje? Waar gaat het volgens jou over?

Slide 6 - Open vraag

"Good Riddance (Time of Your Life)" is geschreven door zanger en gitarist Billie Joe Armstrong in 1990 nadat zijn vriendin Amanda naar Ecuador is verhuisd. Hij noemde het nummer "Good Riddance" ("opgeruimd staat netjes") vanwege zijn haat voor haar beslissing. 
What is your new pastime since quarantine?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

What pastime do you look forward to most to be able to do after quarantine?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Theme words
You might have studied them already, then it's easy. If not, it's probably easy too ;) 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We're going to translate these together..

Slide 10 - Tekstslide

leisure time: vrije tijd   abroad: naar het BL.
dancing: dansen           suitcase: koffer
drawing: tekenen         luggage: bagage
painting: verven        scenery: landschap
reading: lezen             souvenir: souvenier
singing: zingen           comic book: stripb.
guitar: gitaar                match: wedstrijd
drums: drumstel         amusement park: 
                                         pretpark

1. Woordenhussel:
niverous
timer
0:30

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Woordenhussel:
ctuisaes
timer
0:30

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Woordenhussel:
meaemunst aprk
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Woordenhussel:
gggaelu
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Woordenhussel:
slueeri mtie
timer
0:30

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Woordenhussel:
dbroaa
timer
0:30

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Grammar 23
Adverbs of frequency

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Je gebruikt bijwoorden van frequentie om aan te geven hoe vaak iets gebeurt. 

Hier zie je een aantal voorbeelden. Let op! leer deze uit je hoofd (zie je boek page 123)
Adverbs of frequency
  • In front of the verb (vóór de pv.)
    Ross always practises twice a week.

  • But! behind the verb (achter de pv) if the verb is 'to be'
    Kelly is sometimes late for practice. 

    (forms 'to be':  am / are / is)

Slide 19 - Tekstslide

Need to know!
Which are adverbs of frequency?
A
am / is / are / was / were
B
always / never / often
C
work / play / eat
D
to be / was were / been

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Which word is NOT an adverb of frequency ?
A
always
B
rarely
C
never
D
Yesterday

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose where the adverb of frequency is placed.

My sister reads crime novels. (Often)
A
My sister reads crime novels often.
B
My sister often reads crime novels.
C
Often my sister reads crime novels.
D
My sister reads often crime novels.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Put the adverb of frequency in the right spot:

Dogs are happy in the woods. (always)
A
Dogs always are happy in the woods.
B
Always dogs are happy in the woods.
C
Dogs are always happy in the woods.
D
Dogs are happy in the woods always.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the fuction of an adverb of frequency?
A
They say how something is done.
B
They say something about the noun (znw).
C
They say when you have to do something.
D
They say how often something happens.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Questions?
or
Suggestions?


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The End but don't forget
  • Homework
  • Taalportfolio (Next Friday)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies