Hoofdstuk 26 - Te vroeg!

Hoofdstuk 26 - Te vroeg! 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 26 - Te vroeg! 

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Lees de tekst.
Ken je een woord niet? Zoek het op!
Zoek niet de hele zin op!
Probeer zelf te lezen, niet met Google Translate.
Schrijf nieuwe woorden op! 

Slide 2 - Tekstslide

Lees de tekst
Paula staat voor de kledingwinkel. 
Ze wil de deur open doen.
Maar wat is dat?
De deur is dicht!
De winkel is gesloten. 
Paula kijkt op haar horloge. 
Het is kwart voor tien 's morgens.
Hoe laat gaat de winkel open?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe laat is Paula bij de winkel?
Schrijf de digitale tijd.

Slide 4 - Open vraag

Paula is te vroeg bij de winkel.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

De winkel is dicht
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Lees de tekst
Paula leest de openingstijden op het raam. 
De winkel gaat om 10:00 uur open. 
Ze is een kwartier te vroeg. 
Paula kijkt door het raam. 
Ze ziet veel leuke kleren. 
Paula kijkt nog een keer op haar horloge.
Het is vijf voor tien. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe laat gaat de winkel open?
A
tien uur 's ochtends
B
tien uur 's middags
C
tien uur 's avonds
D
tien uur 's nachts

Slide 8 - Quizvraag

Paula is te vroeg.
Hoeveel minuten?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel minuten wacht Paula voor de winkel?

Slide 10 - Open vraag

Paula kijkt naar de kleren
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Lees de tekst
In de winkel loopt een verkoper. 
De verkoper ziet Paula. 
Hij maakt de deur open en zegt:
'Komt u maar binnen, mevrouw!
Vijf minuten eerder is geen probleem.'
Paula lacht.
'Dank u wel.'

Slide 12 - Tekstslide

In de winkel lopen mensen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Paula moet wachten tot 10 uur
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Lees de tekst
De verkoper vraagt: 'Kan ik u helpen?'
'Ja,' zegt Paula, 'ik zoek een mooie jurk.'
'Welke maat heeft u?' vraagt de verkoper. 
'Maat 83,' zegt Paula. 
'Maat 83?!' De verkoper lacht. 'Dat is een grote maat!'
Paula is een beetje rood. 
'O ... niet maat 83,' zegt ze. 'Maat 38.'
Stomme Nederlandse getallen, denkt ze. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat vraagt de verkoper eerst?

Slide 16 - Open vraag

Paula heeft een grote maat
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wat is jouw kledingmaat?

Slide 18 - Open vraag

Paula vindt de Nederlandse getallen makkelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag