H4 bijstelling H5 onbepaald voornaamwoord

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je iPad/laptop (log alvast in bij LessonUp)


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je iPad/laptop (log alvast in bij LessonUp)


Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Wat weet je al?
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Gelukkig hebben we opruimgoeroes met hun inspirerende programma’s kunnen verwelkomen.
lijdend voorwerp
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
bijwoordelijke bepaling
voorzetselvoorwerp
we
hebben kunnen verwelkomen
met hun inspirerende programma's
gelukkig
opruimgoeroes

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe kun je je huis ontdoen van overbodige frutsels?
lijdend voorwerp
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
bijwoordelijke bepaling
voorzetselvoorwerp
je
kun ontdoen
van overbodige frutsels
Hoe
je huis

Slide 4 - Sleepvraag

Volgens Sabine, 17 en genomineerd voor de Vechtdal Award, is het hier superleuk. bijstelling:
A
volgens Sabine
B
17 en genomineerd voor de Vechtdal Award
C
A en B samen
D
geen bijstelling

Slide 5 - Quizvraag

Gisteravond gingen we daar eten in dat heel gezellige restaurant.
Bijwoord?
A
gisteravond eten, daar
B
daar, dat gezellige
C
gisteravond, daar, heel
D
heel, gezellige, gisteravond

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de woordsoort van de onderstreepte woorden?(T1)
‘Ik geef (a) jullie (b) jullie bal terug als (c) jullie (d) mij beloven (e) mij (f) mijn rust terug te geven’, mopperde het oude vrouwtje.
Persoonlijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord
(a) jullie 
(b) jullie
(c) jullie
(d) mij
(e) mij
(f) mijn

Slide 7 - Sleepvraag

Noteer en benoem van onderstaande zinnen alle zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en voorzetsels. (T2)
A De lamp in de verste hoek van de kamer is kapot.
Lidwoord        Zelfstandig naamwoord       Bijvoeglijk naamwoord

                             Voorzetsel                        
A. de
lamp
in
de
verste
hoek
van
de
kamer
kapot

Slide 8 - Sleepvraag

Noteer en benoem van onderstaande zinnen alle zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden, voorzetsels en voornaamwoorden. (T2)
B Die grote is voor mijn zusje, ik neem deze kleine bonbon wel.


Lidwoord        Zelfstandig naamwoord       Bijvoeglijk naamwoord

Bijwoord           Voorzetsel                        Voornaamwoord
die
grote
voor
mijn
zusje
ik
deze
kleine
wel
bonbon

Slide 9 - Sleepvraag

In Honolulu KUNNEN telefoonverslaafden een boete krijgen. (T1)
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 10 - Quizvraag

In Honolulu kunnen telefoonverslaafden een boete KRIJGEN. (T1)
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 11 - Quizvraag

Ze blijken vaak erg onoplettend te ZIJN bij het oversteken. (T1)
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 12 - Quizvraag

Benoem het werkwoord. (T1)
Mijn grootmoeder IS gisteren ernstig ziek geworden.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 13 - Quizvraag

Benoem het werkwoord. (T1)
Mijn grootmoeder is gisteren ernstig ziek GEWORDEN.
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 14 - Quizvraag

Niemand wil nog pannenkoeken eten.
ovw
A
niemand
B
nog
C
pannenkoeken
D
eten

Slide 15 - Quizvraag

Kunt u mij iets vertellen?
ovw
A
kunt
B
u
C
mij
D
iets

Slide 16 - Quizvraag

Werkmoment
  • Maak opdrachten van je huiswerk
  • Stel je vragen

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting
Tot volgende week.

Slide 18 - Tekstslide