Exercice 2 – Compréhension détaillée
1. Ze is naar yoga gegaan.
2. Onder andere brood, croissants, muesli, boter, jam, jus d’orange en chocolademelk.
3. A: Ze gaan kijken naar een voetbalwedstrijd van Paris Saint-Germain.
B: half negen.
4. B
5. C
6. a. Vrai b. Vrai c. Faux
7. Julien zegt dat zij goed kan schermen en dat zij gevaarlijk is.