2.4 Nederland in het interbellum

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lesdoelen van de vorige keer

• Waarom het minder goed ging met de Weimarrepubliek
  
• Hoe Hitler de macht kon grijpen én kon vasthouden
  
• Wat de kenmerken zijn van het nationaalsocialisme
  
• Hoe de NSDAP de bevolking beïnvloedde
  

Welk begrip past bij deze afbeelding? Wat is de betekenis van dit begrip

Er waren problemen met de democratie van de Weimarrepubliek, welk antwoord is ONJUIST

1. Slechte economische situatie
2. Dolkstootlegende
3. Het volk kwam in opstand
4. Elite was niet democratisch

1. Inflatie
2. Deflatie
3. hyperinflatie
4. Europese Unie

Hoe kon Hitler de macht grijpen?

Wat hoort er bij het nationaalsocialisme

Hoort niet bij nationaalsocialisme is iets anders

Antidemocratisch

NSDAP

inflatie

Totalitair

Socialisten

Iedereen is gelijk

Wat deed Hitler (SA/SS) met politieke tegenstanders?

1. Debatteren totdat er een oplossing was
2. Opsluiten in concentratiekampen
3. Zijn partij probeerde ze over te halen voor de nazi's
4. Doormiddel van propaganda en indoctrinatie beïnvloeden

Wie bedoelen we met 'politieke tegenstanders'

Hoe probeerde Hitler van Duitsland een totalitaire staat te maken?

1. Propaganda, jeugd beïnvloeden en massabijeenkomsten
2. Gewoon de macht grijpen --> staatgreep plegen
3. Door zoveel mogelijk mensen op een eerlijke manier over te halen

Het volgende van 2.3 snap ik nog niet zo goed...

We gaan verder met 2.4

Dit heb ik geleerd tijdens de les:

Bedenk 1 vraag wat je nog niet zo goed hebt begrepen