Thema 2 Organen en Cellen Bs 1. M/H VWO

Pak een Chroombook en login
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak een Chroombook en login

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Start en huishoudelijke mededelingen. 
  • Afspraken maken LessonUp
  • Introductie Thema 2 (10min)
  • Uitleg BS1 (10min)
  • KennisQuizz Bs1 (10min)
  • Huiswekmaken en Afsluiten (10min)

Schrijf www.biologiepagina.nl in je werkboek

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken LessonUp
  • Doe vooral mee!
  • Je laptop gaat dicht op mijn aanwijzing. 
  • Heb je vragen of opmerkingen steek je vinger op dan krijg je de beurt.
  • Je luistert naar elkaar en laat elkaar uitspreken.

Hou je je 2x niet aan een van deze afspraken dan kun je niet meer meedoen met de LessonUp en ga je de tekst basisstof (bs1) overschrijven.


Slide 3 - Tekstslide

Bs. 1 | Organen van dieren

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen en Huiswerk 
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp. 
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.

Huiswerk: maken opdrachten bs 1. Lezen Bs.2

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor levend wezen?
A
Orgaan
B
Dier
C
Organisme
D
Plant

Slide 6 - Quizvraag

Welke organen ken je al?

Slide 7 - Woordweb

Wat is het grootste orgaan van het menselijk lichaam
A
De Huid
B
Het Dijbeen
C
De hersenen
D
De Dunne darm

Slide 8 - Quizvraag

Welk orgaan zorgt ervoor dat je voldoende zuurstof binnenkrijgt?

Slide 9 - Open vraag

Welk orgaan hebben mensen wel?
A
Hittesensoren
B
Het orgaan van Jacobsen (Super reukorgaan)
C
Gifklieren
D
Een staart

Slide 10 - Quizvraag

Doe je Chromebook dicht

Slide 11 - Tekstslide

De organen van een mens
.
1.
Luchtpijp
2.
Long
3.
Hart
4.
Lever
5.
Maag
6.
Dikke darm
7.
Dunne Darm
8.
Slokdarm
9.
Aorta, Levensslagader
10.
Onderste holle ader
11.
Blaas
12.
Nieren

Slide 12 - Tekstslide

Organen
Ons lichaam is opgebouwd uit meerdere organen.
Orgaan: deel van een organisme dat een bepaalde taak uitvoerd

Als organen "samenwerken" en een gezamenlijke taak uitvoeren noem je dat een orgaanstelsel

Slide 13 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel
- Bestaat uit de Longen, de luchtpijp en de bronchiën.

Deze organen werken samen zodat jij kunt ademhalen

- Longen:  Zorgen voor het opnemen van zuurstof en het afgeven van Koolstofdioxide.


Slide 14 - Tekstslide

Zenuwstelsel
- Bestaat uit de Hersenen, de ruggenmerg en de zenuwen.

Deze organen werken samen zodat signalen en prikkels goed worden doorgegeven en verwerkt
- Hersenen:  Verwerken signalen zoals licht en geluid en zorgen ervoor dat jij kunt nadenken


Slide 15 - Tekstslide

Verteringsstelsel
- Bestaat uit de slokdarm , de maag, de lever en de dunne en dikke darm .

Deze organen werken samen zodat Voedingsstoffen kunt verteren en zo aan voldoende energie komt
- Darmen:  Halen belangrijke voedingsstoffen uit ons eten.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Dwarsdoorsnede Mens
Long
Hart
Borstbeen en ribbenkast

Wervelkolom
Slokdarm

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Organen van dieren
zoogdieren:
dezelfde organen en orgaanstelsels 

Slide 20 - Tekstslide

Ook insecten hebben organen en orgaanstelsels
Organen van dieren

Slide 21 - Tekstslide

Doe je Chromebook Open

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een orgaanstelsel?
A
organisme
B
allemaal cellen bij elkaar die een functie hebben
C
organen die samen een functie hebben.
D
weefsel

Slide 23 - Quizvraag

Welk orgaan wordt in de dwarsdoorsnede aangegeven met letter P?
A
De lever
B
De maag
C
De wervelkolom
D
De nieren

Slide 24 - Quizvraag

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 25 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit wat een orgaanstelsel is.

Slide 26 - Open vraag

In de afbeelding is een orgaan van een mens getekend. Tot welk organenstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het ademhalingsstelsel.
B
Tot het bloedvatenstelsel.
C
Tot het spierstelsel.
D
Tot het zenuwstelsel.

Slide 27 - Quizvraag

Je tong is geen orgaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk 
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp. 
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.

Ga aan de slag met het Huiswerk: maken opdrachten bs 1. Lezen Bs.2

Slide 29 - Tekstslide