Grammatica 2bk

Grammatica 
Vandaag:
  • Ik ken verschillende woordsoorten en kan ze toepassen.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica 
Vandaag:
  • Ik ken verschillende woordsoorten en kan ze toepassen.

Slide 1 - Tekstslide

De woordsoorten die je moet kennen

Slide 2 - Tekstslide

Welke moet je weten?
Voor kader: werkwoord – lidwoord – zelfstandig naamwoord – bijvoeglijk naamwoord – voorzetsel – voegwoord – persoonlijk voornaamwoord – bezittelijk voornaamwoord.

Voor basis: werkwoord – lidwoord – zelfstandig naamwoord – bijvoeglijk naamwoord– voorzetsel – voegwoord

Slide 3 - Tekstslide

Voegwoord
Een voegwoord plakt woorden of zinnen aan elkaar.
• twee woorden met een voegwoord ertussen:
Wil je een kroket of een frikandel bij je patat?

• twee zinnen met een voegwoord ertussen:
Wil je een ijsje of heb je liever een broodje hamburger?

Voegwoorden zijn bijvoorbeeld: en, of, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, dus.

Slide 4 - Tekstslide



7 maart vier ik feest want dan ben ik jarig.
A
Voegwoord
B
voorzetsel
C
werkwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord (ww)

Slide 6 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar dwinkel.
A
Lidwoord (lw)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)

Slide 7 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film gekeken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Werkwoord (ww)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 8 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  
A
Werkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Lidwoord (lw)

Slide 9 - Quizvraag


Ik zoek de betekenis van het woord straks even op. 

A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijke naamwoord
D
Lidwoord

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Slide 11 - Open vraag

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Een 
het
de
denkt
spinnen
pauze
geheugen
toetje
toetsen
getekend
dans

Slide 12 - Sleepvraag


Kies de juiste woordsoort.
De bakker heeft verschillende broden gebakken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Lidwoord (lw)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Werkwoord (ww)

Slide 13 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Vanochtend heb ik één boterham gegeten.
A
Lidwoord
B
Geen lidwoord

Slide 14 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb gisteren drie hoofdstukken in mijn boek gelezen!
A
Werkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Lidwoord (lw)
D
Bijvoeglijk naamwoord (bn)

Slide 15 - Quizvraag


Ik heb hele goede cijfers op mijn rapport!  
A
Lidwoord (lw)
B
Voorzetsel (vz)
C
Zelfstandig naamwoord (zn)
D
Werkwoord (ww)

Slide 16 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb veel te veel gegeten.
A
Zelfstandig naamwoord(zn)
B
Werkwoord (ww)

Slide 17 - Quizvraag

De woordsoorten die je moet kennen

Slide 18 - Tekstslide