Begrijpend lezen les 2: soorten publiek, voorbeeld of toelichting
Nederlands Begrijpend lezen Les 2: Jaar 2 P2 2023-2024
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Nederlands Begrijpend lezen Les 2: Jaar 2 P2 2023-2024
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les…
… hebben we onze voorkennis opgehaald
Zelfstandig lezen
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Aan het einde van deze les…
... ken je de 5 tekstdoelen en 5 tekstsoorten ... ken je de 3 soorten publiek. ... weet je welke functies de rest van een alinea (buiten de kernzin) kan hebben.
... weet je het verschil tussen een voorbeeld en een toelichting
Slide 3 - Tekstslide
Tekstdoelen en tekstsoorten
Ik ken de 5 tekstdoelen en 5 tekstsoorten uit mijn hoofd.
Steek je vinger op als…
Slide 4 - Tekstslide
Welke tekstdoelen ken je?
Slide 5 - Open vraag
Welke tekstsoorten ken je?
Slide 6 - Open vraag
Tekstdoelen & tekstsoorten
Tekstdoel Tekstsoort
informeren informerende tekst/ uiteenzettende tekst
opiniëren. beschouwende tekst
overtuigen betogende tekst
overhalen/activeren activerende tekst
amuseren amuserende tekst
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
3 soorten publiek
Breed publiek - alle leerlingen van 't Hooghe Landt. Het publiek weet nog niets/bijna niets over het onderwerp.
Kleiner, gespecialiseerd publiek - brugklasleerlingen van 't Hooghe Landt. Het publiek weet al iets over het onderwerp. Een persoon, een kleine groep personen - mentoren van H2. Het publiek weet al wat meer/veel over het onderwerp.
Slide 9 - Tekstslide
Titel
--> maakt duidelijk waar de tekst over gaat
--> maakt de lezer nieuwsgiering
Tussenkopjes
--> maken duidelijk waar de alinea's over gaan
--> maken de tekst overzichtelijk
Bronvermelding
--> geeft aan waar de inhoud vandaan komt.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld of toelichting
Kernzin belangrijkste zin van de alinea
Rest van de alinea voorbeeld of toelichting
Slide 11 - Tekstslide
Kernzin:
De zin waarin het "belangrijkste" staat van de alinea.
! Staat vaak vooraan in de eerste paar zinnen. Soms achteraan. !
De rest van de alinea zijn voorbeelden en toelichting van de kernzin.
Slide 12 - Tekstslide
Kernzin + Voorbeeld
Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan. Op het mbo in Rotterdam waar ik eerst werkte, zag ik regelmatig in de pauze leerlingen een jointje halen. Dat is niet goed voor hun gezondheid, niet goed voor hun schoolprestaties en niet goed voor hun motivatie. Op de mbo in Rotterdam waar ik nu werk is geen coffeeshop in de buurt en gebeurt dat niet. Coffeeshops horen dus niet thuis in een schoolomgeving.
Slide 13 - Tekstslide
Kernzin + toelichting
Coffeeshops moeten niet in de buurt van scholen staan. Jongeren experimenteren graag, choqueren graag en zoeken grenzen op. In coffeeshops waar drugs verkocht worden, worden jongeren op hun wenken bediend: met drugs wordt door sommige jongeren volop geëxperimenteerd en ouders zijn vaak gechoqueerd als hun kind blijkt te blowen. Dingen doen die niet mogen, is van alle tijden. Socrates in de 5e eeuw voor Christus klaagde al over de jongeren van zijn tijd. Dat betekent echter niet dat we het jongeren zo gemakkelijk moeten maken. Het blowen in tussenuren of pauzes is gemakkelijk te vermijden door coffeeshops in de buurt van scholen niet toe te staan.
Open je boek Op Niveau. Ga naar Blok 1: Lezen (blz. 43.) en lees tekst 5 grondig.
Maak de vragen op slide 11 t/m 17
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het tekstdoel van tekst 5?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
activeren
Slide 17 - Quizvraag
Op welke manier(en) trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
A
het onderwerp aankondigen
B
een kort , grappig of bijzonder verhaaltje te vertellen (anekdote)
C
één of meer vragen stellen
D
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen
Slide 18 - Quizvraag
a Schrijf de kernzin van alinea 3 op. b Zijn de overige zinnen van alinea 3 een toelichting of een voorbeeld?
Slide 19 - Open vraag
a. Schrijf boven de tweede alinea een tussenkopje dat precies de kern van de alinea weergeeft. b.Schrijf boven de derde alinea een tussenkopje dat precies de kern van de alinea weergeeft.
Slide 20 - Open vraag
Schrijf de hoofdgedachte van tekst 5 op.
Slide 21 - Open vraag
Voor welk soort publiek heeft de schrijver tekst 5 geschreven? Licht je keuze toe.