In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Past simple - present perfect
Slide 1 - Tekstslide
Even kort samengevat
Bij de Past Simple:
in het verleden begonnen EN geëindigd.
Bij de Present Perfect:
in het verleden begonnen en nog bezig of van toepassing of resultaat is zichtbaar.
Slide 2 - Tekstslide
Over het algemeen geldt onderstaand rijtje, maar...
maar..... in het NL zeggen we wel vaker 'ik heb gekocht' als het 'ik kocht' moet zijn...
Dus vertaal dit NIET letterlijk naar het Engels!
Slide 3 - Tekstslide
Past simple
De past simple is om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd maar nu is afgelopen! Dat kun je zien omdat er een tijd wordt genoemd, wanneer het was afgelopen.
Slide 4 - Tekstslide
voorbeelden van tijd aanduidingen
Yesterday
Last month
last week
this morning
two weeks ago
last night
last year
during World War II
on Sunday
back then
vervoeging van de werkwoorden
ww + ed bij regelmatige werkwoorden
- ywordt - ie : carry - carried
grab wordt grabbed
stop wordt stopped
travel wordt travelled
uitzondering = onregelmatige werkwoorden
die moet je LEREN !
go - went - have gone
do - did - have done
write - wrote - have written
De past simple is om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd maar nu is afgelopen!
Dat kun je zien omdat er een tijd wordt genoemd: wanneer het was afgelopen.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
PAST SIMPLE als bevestiging
I was in London last year. (be)
We saw this film last night. (see)
They bought the same dress yesterday. (buy)
I had a lot of parties last year. (have)
Slide 8 - Tekstslide
PAST SIMPLE in een ontkenning
I was not in London last year. (be) We didn't see this film last night. (see) They didn't buy the same dress yesterday. (buy) I didn't have any party last year. (have)
altijd anders!
Slide 9 - Tekstslide
PAST SIMPLE in een vraag
Was I in London last year? (be)
Did we see this film last night ?(see)
Did they buy the same dress yesterday? (buy)
Did you have a party last year? (have)
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Present Perfect
Slide 12 - Tekstslide
Methode 1: wanneer gebruik je de PP?
Ja?Nee?
Vraag 1: Is het nu nog aan de gang? PP volgende...
Vraag 2: Gaat het over ervaring tot nu toe? PP volgende...
Vraag 3: Is het resultaat van de actie NU merkbaar? PP -> past simple
Slide 13 - Tekstslide
Methode 2: SIGNAALwoorden
Er zijn SIGNAALwoorden die je verklappen dat je de present perfect moet gebruiken.
Hai fyne jas
How long For Just
Always Yet Already
In (weeks Never Since
or years) Ever
meer?
once
recently
before
...
Slide 14 - Tekstslide
Zo maak je de present perfect
bij REGELMATIGE werkwoorden
Slide 15 - Tekstslide
... bij ONREGELMATIGE werkwoorden
voltooid deelwoord = 3e rijtje
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
bevestiging
I was in London last year. (be)
We saw this film last night. (see)
They bought the same dress yesterday. (buy)
I had a big party last year (have)
can you change into PRESENT PERFECT ?
I have never been in London. (be)
We have already seen this film. (see)
They have just bought the same dress. (buy)
I have never had a big party. (have)
Slide 18 - Tekstslide
ontkenning
I wasn't in London last year. (be)
We didn't see this film last night. (see)
They didn't buy the same dress yesterday. (buy)
I didn't have any party last year. (have)
change into PRESENT PERFECT
Slide 19 - Tekstslide
vraag
Were you in London last year? (be)
Did we see this film last night ?(see)
Did they buy the same dress yesterday? (buy)
Did you have a party last year? (have)
change into PRESENT PERFECT
Slide 20 - Tekstslide
Nog een keer samengevat:
Bij de Past Simple:
in het verleden begonnen EN geëindigd.
Bij de Present Perfect:
in het verleden begonnen en nog bezig (of van toepassing) of resultaat is zichtbaar.
Slide 21 - Tekstslide
Wil je nog meer uitleg op de vraag "hoe kun je zien of je de Past Simple of Present Perfect nodig hebt èn hoe maak je die?"
Kijk dan thuis nog een keer naar het volgende schema en een uitlegfilmpje voor een vergelijking tussen beide tijden in eenvoudig Engels.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Nu ga je testen of je het verschil kunt toepassen...
Tien quizvragen !
Slide 25 - Tekstslide
The police ____ (arrest) two people early this morning.
A
arrested
B
have arrested
C
has arrested
D
arrest
Slide 26 - Quizvraag
She____(go) to Japan but now she____ (come) back.
A
go / come
B
went / came
C
went / has come
D
has gone / came
Slide 27 - Quizvraag
Dan ____ already ____(buy) two tablets this year.
A
did bought
B
have bought
C
has buyed
D
has bought
Slide 28 - Quizvraag
How many games ____your team____ (win) this season?
A
did win
B
has won
C
has win
D
has winned
Slide 29 - Quizvraag
____you____ (visit) the CN Tower when you ____ (stay) in Toronto.
A
Did you visit / were staying
B
Did you visit / stayed
C
Have you visited / stayed
D
Have you visit / stayed
Slide 30 - Quizvraag
____ you ____(do) your homework yet? Yes I ____(finish) it an hour ago!
A
Did you do / finish
B
Did you do/ finished
C
Have you done / finished
D
Have you done / finish
Slide 31 - Quizvraag
There____(be) an accident in High Street, so we have to use King Street to get to your school.
A
has been
B
was
C
were
D
have been
Slide 32 - Quizvraag
I ____(not see) Peter since I ____(arrive) last Tuesday.
A
didn't see / have arrived
B
haven't seen / arrived
C
didn't saw / arrived
D
haven't saw / arrived
Slide 33 - Quizvraag
Frank ____ (get) his bike last May. So he ____ (have) it for 4 months.
A
got / had
B
has got / had
C
got / has had
D
got / has have
Slide 34 - Quizvraag
I'm sorry, I ____ (not write) earlier, but I ____ (be) busy recently.
A
haven't written / have be
B
didn't write / have been
C
wasn't writing / was
D
haven't written / have been
Slide 35 - Quizvraag
I can understand and correctly use: present perfect and past simple