24-5-24

Today's lesson
First lesson:
Herhalen stof unit 5 - The passive, imperative (gebiedende wijs), short yes/no answers, word order

Second lesson: 
Unit 5 toets
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Today's lesson
First lesson:
Herhalen stof unit 5 - The passive, imperative (gebiedende wijs), short yes/no answers, word order

Second lesson: 
Unit 5 toets

Slide 1 - Tekstslide

The passive (lijdende vorm)
  • Je gebruikt de passive als het niet belangrijk is wie de handeling (heeft) .
  • De nadruk ligt op wat er is gebeurt. 

  • De passive bestaat uit een vorm van TO BE + voltooid deelwoord
  • Soms staat er een zinsdeel met by achter, maar dat hoeft niet.

  • Voorbeelden:
  • The windows are washed every week (by John)
  • The parcel was delivered this morning (by the delivery guy)
  • The dog is walked three times a day (by someone in my family)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe maak je de passive?
Stap 1: Bekijk de zin en ga op zoek naar het onderwerp
(Tip:  dit staat meestal achter het werkwoord)
Peter washes the car every Friday.

Stap 2: zet het onderwerp vooraan. Dan  TO BE + voltooid deelwoord + de rest van de zin
(Kijk goed of je de tegenwoordige of verleden tijd van TO BE moet gebruiken!)
The car is washed every Friday.

Stap 3: 
Je kan evt "By + persoonsvorm" achteraan zetten (maar dit hoeft niet)
The car is washed every Friday (by Peter)



Slide 3 - Tekstslide

Present simple passive:

(Lijdende vorm in de tegenwoordige tijd)

AM / ARE / IS + VOLTOOID DEELWOORD

Past simple passive:

(Lijdende vorm in de verleden tijd

WAS / WERE + VOLTOOID DEELWOORD
Voltooid deelwoord=
WW+ ED  of  3e rij onregelmatige werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

 Class VT3D goes camping.....
  • Suze and Yara choose a nice campsite
  • Tobbe booked the campsite 
  • Jill and Benthe pitched the girl's tents
  • Sem and Matthew pitched the boy's tents
  • Finn and Hasan brought 10 flashlights
  • Ykfe lost the red flashlight 
  • Evi found the black flashlight this morning
  • Sven brought a picknick blanket
  • Bram laid the picnic blanket down on the grass
  • Sven brought his dog to the campsite
  • Fleur discovered a zip line near the campsite 




  • Mats lost Jop's medical kit somewhere on the trail to the zip line
  • Kyan and Finn found Job's medical kit near the coastline
  • Lenn and Camee picked a pizza restaurant
  • Sam booked a table at the pizza restaurant for the entire class
  • Floor  spotted a moose at the campsite reception
  • Noah and Mike saw a life boat in the harbour
  • Everyone had a great time

Slide 6 - Tekstslide

The imperative - gebiende wijs
We use the imperative when we:

Give directions: Listen to your parents.
Give advice: Don't forget your umbrella.
Give orders: Listen to me!
Give warnings: Be careful!

Slide 7 - Tekstslide

How do we make the imperative?
Positive sentences:
hele werkwoord 
The imperative is at the beginning of the sentence.
Clean your room!

Negative sentences:
Don't + hele werkwoord 
Don't open the door!



Slide 8 - Tekstslide

The imperative at the campsite

Slide 9 - Tekstslide

Short yes/no answers at the campsite
  • Did Benthe and Jill pitch the girl's tents? Yes, they did
  • Did Sam book the restaurant?
  • Did Mike bring a dog to the campsite?
  • Did Bram spot the zip line?
  • Did everyone have a good time?
  • Are class VT3D going camping again?
  • Will Sem and Matthew pitch the boy's tents next time?

Slide 10 - Tekstslide

Word order at the campsite
Class VT3D spotted PIET at the campsite
PIET stands for: Plaats en Tijd
  • Yesterday, class VT3D had pizza in a restaurant near the campsite
  • Everyone enjoyed the pizzas in the restaurant last night

Eerst plaats, dan tijd
Plaats komt altijd aan het einde van de zin
Tijd gaat meestal aan het einde van de zin, maar kan ook vooraan (als de nadruk ligt op wanneer iets gebeurt)



Slide 11 - Tekstslide

Word order at the campsite
Class VT3D are going to a theme park near the campsite. They ask the lady at the reception what the best way is to get to the theme park. 
The lady tells them:
  • The bus is sometimes late
  • The train always departs on time
  • Regel: woorden die aangeven HOE VAAK iets gebeurt zet je VOOR het werkwoord ("always departs") TENZIJ het werkwoord TO BE is ("is sometimes")

Slide 12 - Tekstslide

Zelf verder oefenen voor de toets straks......
Je kan...
Woordjes of zinnen laten overhoren
grammatica oefenen op it'slearning
Test yourself unit 5 maken

Slide 13 - Tekstslide