Week 11 - leerplein

Capítulo 2: 
Ejercicios 1, 2, 3, 4, 7, 9.
Klaar? Paso 2







.

Capítulo 2: 
Ejercicios 10, 11, 12, 13, 14,15
Klaar? Paso 3
Morgen gaan samen alle opdrachten nakijken! 

Leer woordjes vocabulario 2.4
(volgende week kleine toets)
Paso 1
Paso 2
Paso 3
Bienvenidos a la clase de Español.
Jueves, 14 de Noviembre
I am watching you!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Capítulo 2: 
Ejercicios 1, 2, 3, 4, 7, 9.
Klaar? Paso 2







.

Capítulo 2: 
Ejercicios 10, 11, 12, 13, 14,15
Klaar? Paso 3
Morgen gaan samen alle opdrachten nakijken! 

Leer woordjes vocabulario 2.4
(volgende week kleine toets)
Paso 1
Paso 2
Paso 3
Bienvenidos a la clase de Español.
Jueves, 14 de Noviembre
I am watching you!

Slide 1 - Tekstslide

Welcome to our English class! 
Meneer Gomez
Tuesday, November 4

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Grammar recap
grammar recap

Slide 10 - Tekstslide

I used to do groceries....
Not anymore ...
USED TO

Slide 11 - Tekstslide

Used to
Used to = Vroeger deed ik...Maar nu niet meer...
Vroeger heb ik in New York gewoond
I used to live in New York




Regel: Used to + Hele werkwoord (UITLEG GRAMMATICA Page 181)


Slide 12 - Tekstslide

Grammar: Used to
Hoe maak je deze vorm?
Used to ++ hele werkwoord

I used to be a student.
She used to work at university.
We used to play football.



Voor dingen die vroeger zo waren, maar nu niet meer.

Slide 13 - Tekstslide

Used to - negatives
I didn't use to know all about the Roman Empire.
You didn't use to tell fantastic historical stories.
He didn't use to play the piano.
She didn't use to be a very honest person.
It didn't use to rain a lot in this area.
We didn't use to walk in the park every Sunday.
They didn't use to work on a project together.

Slide 14 - Tekstslide

Vraagzinnen met used to.
Hoe maak je vraagzinnen met used to?
Om een vraagzin te maken zet je het woordje 'did' vooraan in de zin. de rest blijft gewoon hetzelfde.

He used to walk to school .   - Did he use to walk to school?
She used to work there.         - Did she use to work there?

Slide 15 - Tekstslide

Exercise 38

Slide 16 - Tekstslide

Articles

Slide 17 - Tekstslide

Grammar Page 180
Grammar Page 181

Slide 18 - Tekstslide

Exercise 39

Slide 19 - Tekstslide

Check your planner! COMPULSORY EXERCISES WILL BE CHECKED NEXT CLASS.

Slide 20 - Tekstslide

Leerplein (23-09-2024)

1. Work on your planner - Book's assignments.

2. Work on your speaking assignment.

Questions?
Let me know.


Slide 21 - Tekstslide

See you next lesson! 

Slide 22 - Tekstslide