1. Vertellen wat de woningmarkt in houdt.
2.Een verschil noemen tussen een sociale huurwoning en een huurwoning in de vrije sector.
3.Vertellen wie er huurtoeslag kan krijgen en waar je dat vraagt.
4.In eigen woorden uitleggen wat er allemaal komt kijken bij de koop van een huis.
5.Berekenen hoeveel OZB er betaald moet worden (koophuis)