In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oefenen
Handvaardigheid
Boek ARTI
H 2.5; 2.6; H 6.5; 6.6; 6.7
Slide 1 - Tekstslide
Geef een omschrijving van "driedimensionaal".
Slide 2 - Open vraag
Welke vormcontrasten zien we hier?
A
Links: organisch - geometrisch
Rechts: open - gesloten
B
Links: open - gesloten
Rechts: Ruimtelijke en platte vorm
C
Links: enkelvoudig - samengesteld
Rechts: open en gesloten.
D
Links: positief - negatief
Rechts: organisch en geometrisch.
Slide 3 - Quizvraag
Tweedimensionaal
samengestelde vorm
Geometrisch vorm
Organische vorm
Slide 4 - Sleepvraag
Er zijn verschillende vormen: geometrische vormen en organische vormen .
Leg uit welke vormen dit beeld heeft?
Slide 5 - Open vraag
De vormen op het schilderij zijn.....
Geef 2 antwoorden.
A
figuratief
B
abstract
C
geometrisch
D
organisch
Slide 6 - Quizvraag
Op welke afbeelding zie je open vormen?
A
links
B
rechts
Slide 7 - Quizvraag
De kat in het schilderij is.......
A
geabstraheerd
B
gestileerd
C
réalistisch
D
abstract
Slide 8 - Quizvraag
Leg het verschil uit tussen 'symmetrisch' en 'asymmetrisch'.
Slide 9 - Open vraag
Organisch
Geometrisch
Samengestelde vorm
Asymmetrische vorm
Slide 10 - Sleepvraag
Sleep de begrippen naar de juiste afbeelding
1. maquette
2. schets
3. doorsnede
4. bouwtekening
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Welke stijl van de middeleeuwen zie je bij de Notredame ?
A
Vroege Middeleeuwen
B
Byzantijns
C
Romaans
D
Gotiek
Slide 14 - Quizvraag
Geef drie kenmerken van deze stijl van de Notre Dame
Slide 15 - Open vraag
De Selimiye Moskee, Turkije
Slide 16 - Tekstslide
Hoe noemen we de bouwstijl van deze moskee?
Slide 17 - Open vraag
Het interieur
Slide 18 - Tekstslide
De architect ontwierp een bijzondere constructie die de inhoud ruimte gaf en de vorm bepaalde. Beschrijf deze constructie?
Slide 19 - Open vraag
Welke kenmerk van de barok is NIET juist?
A
Theatraal
B
beweging
C
symmetrie
D
Clair obscure
Slide 20 - Quizvraag
Wat is een figuurstuk?
A
Een menselijk figuur
B
Een kunstwerk met een mens van kop tot teen erin/erop
C
Een kunstwerk dat een verhaal vertelt met een mens in de hoofdrol
D
Een kunstwerk waarvoor een mens poseert
Slide 21 - Quizvraag
Vraag 5:
Slide 22 - Tekstslide
Leg de begrippen FACTUUR en TEXTUUR uit aan de hand van de afbeelding op de vorige dia.
Slide 23 - Open vraag
Wat bedoelen we met compositie?
Slide 24 - Open vraag
Welke compositie zie je hier afgebeeld?
A
driehoekscompositie
B
diagonale compositie
C
overallcompositie
D
centraal compositie
Slide 25 - Quizvraag
Sleep de plaatjes naar het juiste begrip.
statisch
dynamisch
Slide 26 - Sleepvraag
Composities
horizontaal
over-all
diagonaal
symmetrisch
Slide 27 - Sleepvraag
Met het begrip REPOUSSOIR wordt bedoeld:
A
Het over elkaar heen
zetten van dingen.
B
Op de voorgrond donkere vormen plaatsen die de rest van de voorstelling naar achteren duwen
C
Als het niet helemaal
in beeld is.
D
Als er in de voorgrond
iets groots staat.
Slide 28 - Quizvraag
Dit is de Trevi-fontein in Rome
Het is een voorbeeld van de Barok stijl
Slide 29 - Tekstslide
Noem drie kenmerken van deze stijl: BAROK
Slide 30 - Open vraag
Zet het plaatje bij het goede begrip
Schilderij
Hoog Reliëf
Sculptuur
Laag Reliëf
Slide 31 - Sleepvraag
Welke kleurcontrasten herken je?
A
licht-donker contrast
B
koud-warm contrast
C
complementair contrast
D
kleur-tegen-kleur contrast
Slide 32 - Quizvraag
De volgende vraag gaat over dit schilderij van Picasso:
Guernica 1937, 350 x 780 cm
Slide 33 - Tekstslide
Waarom veroorzaakte dit schilderij ("Guernica" uit 1937) van Picasso een schok?
Slide 34 - Open vraag
De volgende vraag gaat over dit gebouw:
Slide 35 - Tekstslide
Het gebouw bestaat uit meerdere vormen. a. Hoe noemen we de vormen waaruit dit gebouw is opgebouwd:? b. Hoe heet de vorm van het gebouw in zijn geheel?