Assisteren bij Activiteiten

Welkom bij : Assisteren bij Activiteiten
Bijeenkomst 1/2



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij : Assisteren bij Activiteiten
Bijeenkomst 1/2



Slide 1 - Tekstslide

 Leerdoelen deze periode:
Je weet wat activiteiten zijn en welke soorten activiteiten er zijn;
Je weet waarom activiteiten belangrijk zijn;
Je kunt je activiteit afstemmen op de doelgroep waar je mee werkt;
Je assisteert bij het organiseren en begeleiden van activiteiten;
Je kunt een ruimte gebruiksklaar maken;
Je kunt samenwerken volgens de gemaakte afspraken;

Slide 2 - Tekstslide

Programma vandaag
AWR
In expertgroepen aan de slag
Uitkomsten presenteren
Quiz
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Expertgroep 1
Wat zijn activiteiten en welke soorten activiteiten zijn er?



Slide 4 - Tekstslide

Expertgroep 2
Welke verschillende activiteiten kennen we in het Pedagogisch Werk? Geef van iedere soort 1 voorbeeld.

Slide 5 - Tekstslide

Expertgroep 3
Welke verschillende redenen kunnen jullie noemen waarom activiteiten goed voor iemand kunnen zijn?

Slide 6 - Tekstslide

Expertgroep 4
Wat is het verschil tussen recreatieve en sociale activiteiten? Noem van allebei 4 voorbeelden.

Slide 7 - Tekstslide

Expertgroep 5
Waar moet je aan denken bij het organiseren van een activiteit? Hoe formuleer je het activiteitendoel?

Slide 8 - Tekstslide

Presenteren aan de klas
Vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Quiztime test jouw kennis!!!

Slide 10 - Tekstslide

Koken met een cliënt is een activiteit
A
waar
B
Niet Waar

Slide 11 - Quizvraag


Een plan van aanpak maak je vooral bij een ..
A
vaste activiteit
B
dagelijkse activiteit
C
vrije activiteit
D
doelgerichte activiteit

Slide 12 - Quizvraag

Welke soorten dagbestedingsactiviteiten zijn er:
A
vingerverven; dansen en voetballen
B
Werk; scholing en vrije tijd
C
zorg; business en beveiliging

Slide 13 - Quizvraag

Bij educatieve activiteiten staat sport en spel centraal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Een bezoek aan het Fotomuseum is een voorbeeld van een expressieve activiteit.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van educatieve activiteiten?
A
Leren fietsen en zwemles
B
Netflixen
C
Wandelen en fietsen
D
Tekenen en schilderen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?

A
Activiteit - Doel - Beginsituatie
B
Beginsituatie - Activiteit - Doel
C
Beginsituatie -Doel - Activiteit
D
Doel - Beginsituatie - Activiteit

Slide 17 - Quizvraag

Wat staat er centraal bij recreatieve activiteiten?
A
Inspanning
B
Yoga
C
Mediteren
D
Ontspanning

Slide 18 - Quizvraag

Smart formuleren staat voor..
A
Specifiek; Meetbaar; Acceptabel; Realistisch en Tijdgebonden.
B
Speciaal; Mager; Aardig; Realistisch en Tijdgebonden.
C
Specifiek; Maatwerk; Aardig; Realistisch en Tijdgebonden.
D
Sociaal; Meetbaar; Aardig; Redelijk en Tijdgebonden.

Slide 19 - Quizvraag

Wat heb jij vandaag geleerd?
Je weet wat activiteiten zijn;
Je kent het belang van activiteiten;
Je kent de verschillende doelen van activiteiten;
Je kent het verschil tussen recreatieve en sociale activiteiten.

Slide 20 - Tekstslide

Wat vond jij van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll