hst 6 paragraaf 3 warmte transport

Hst 3.2 warmtetransport 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 3.2 warmtetransport 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door geleiding plaatsvindt.

  • Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door stroming plaatsvindt.

  • Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door straling plaatsvindt.

  • Je kunt beschrijven op welke drie manieren warmteverlies bij een huis ontstaat.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling van vorige lessen

Kort filmpje over warmtetransport

quizvragen
aan de slag

Slide 3 - Tekstslide

Een lamp van 50 W brandt van 18.00 tot 21.30 uur. Bereken het energieverbruik.

P = 0,05 kW t = 3,5 h E = P x t
A
0,175 kW
B
0,175 h
C
0,175 kWh
D
0,175 hKw

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de verbrandingswarmte van steenkool?
A
29 MJ/kg
B
16 MJ/kg
C
2,9 MJ/kg
D
1,6 MJ/kg

Slide 5 - Quizvraag

Steenkool heeft een verbrandingswarmte van 29 MJ/kg.
Wat betekent dit?
A
1 MJ warmte nodig is om 29 kg steenkool te verbranden.
B
29 MJ warmte nodig is om 1 kg steenkool te verbranden.
C
1 MJ warmte vrijkomt bij verbranding van 29 kg steenkool.
D
29 MJ warmte vrijkomt bij verbranding van 1 kg steenkool.

Slide 6 - Quizvraag

De verbrandingswarmte van biogas is 21 MJ/m3. Hoeveel verbrandingswarmte zit er in 12,5 m3 biogas?
A
263 MJ
B
263 kJ
C
1,68 MJ
D
1,68 kJ

Slide 7 - Quizvraag

Instructie 6.3 Warmtetransport

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

GT
Opg. 4)
Gebruik bij deze opdracht tabel1.
a) Bereken hoeveel warmte vrijkomt als je 4 kg hout verbrandt (genoeg om een houtkachel een avond te laten branden)
  • Verbrand.warmte = 16 MJ/kg
  • m = 4 kg
  • Q = ? MJ
  • Q = m x verbrand.warmte
  • Q = 4 x 16 = 64 MJ
Opg 5)
Heteluchtballon (tekst boek p 95)
Er wordt 26 000 L propaangas verbrand.
Bereken hoeveel MJ energie bij deze verbranding is vrijgekomen?
  • verbrand.warmte = 94 MJ/m3
  • V = 26 000 L = 26 000 dm3 
  • V = 26 m3
  • Q = ? MJ
  • Q = V x verbrand.warmte
  • Q = 26 x 94 = 2444 MJ

Slide 14 - Tekstslide

Opg 6)
Tekst zie boek p 95
Er gaat 7840 L water in het bad, en ze warmen het zwembad op van 15°C naar 21°C, hiervoor is 198 MJ aan warmte nodig.
Hoeveel m3 aardgas is er nodig?
  • Q = 198 MJ
  • Verbrand.warmte = 32 MJ/m3
  • Verbruik = ? m3
  • Verbruik = Q : verbrand.warmte
  • Verbruik = 198 : 32 = 6,2 M3
Warmte (MJ)
32
1
198
Volume (m3)
1

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk!
Maak de opgaven van H3.2 verder af t/m 47

Controleer de opgaven van H3.2



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Isolatie kan warmte binnen houden.
Of warmte buiten houden. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Isolatie
Buiten is het vaak kouder dan binnen. De warme lucht wil dus van binnen naar buiten. 

Als je je huis goed isoleert heb je dus minder warmteverlies.

Slide 21 - Tekstslide

Warmteverlies op een foto
Met behulp van een infrarood-camera kun je het warmteverlies van een huis laten zien.

Hoe dichter de kleur bij het rood komt op de rechter balk  hoe meer verlies.

Slide 22 - Tekstslide

Isolatie
Isolatiemateriaal bestaat uit kleine luchtzakjes. Lucht is een slechte warmtegeleider, en dus een goede isolator!

Slide 23 - Tekstslide

pak je laptop/tablet en doe mee met de lessonup.

Slide 24 - Tekstslide

De kachel geeft vooral warmte af door...
A
Warmtestraling
B
Warmtestroming

Slide 25 - Quizvraag

Hoe kun je goed warmte isoleren?
A
Dubbele glazen in het raam
B
Metalen muren in je huis hebben
C
Buiten koken
D
Lucht tussen de muur

Slide 26 - Quizvraag

Waar zien we een voorbeeld van GELEIDING bij een pan met kokend water?
A
Vanaf het vuur naar de omgeving
B
In het water
C
In de steel van de pan

Slide 27 - Quizvraag

Warmteverlies door straling ga je tegen
A
Door het vasthouden van de warme lucht
B
Door te isoleren.
C
Door de warmte terug te kaatsen.
D
Door luchtstroming te verminderen.

Slide 28 - Quizvraag

Warmtestraling
A
Moet altijd door een tussenstof
B
Gaat niet door een tussenstof

Slide 29 - Quizvraag

aan de slag


Lezen en maken hst 6 paragraaf 3 en 4

Huiswerk hst 6 paragraaf 3 en 4

Slide 30 - Tekstslide

Aan het werk!
Wat? 6.4 isoleren - opdrachten 1 t/m 10
 Waar? online boek via magister. 

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? maken test jezelf online van §6.4
Tijd over? voorbereiden oefentoets.

timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling van vorige lessen

Kort filmpje over warmtetransport
Uitleg over warmtetransport en isoleren

filmpje over isoleren
quizvragen
aan de slag
Huiswerk hst 6 paragraaf 3 en 4 af

Slide 32 - Tekstslide