(Mavo2) 01-10-2024 (1e les van de week)

Startopdracht
Vul de juiste vorm van "haben" of "sein" in. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startopdracht
Vul de juiste vorm van "haben" of "sein" in. 

Slide 1 - Tekstslide

Guten Tag!

Was liegt auf dem Tisch?
  • Plenda
  • Laptop
  • Buch
  • Stempelkarte
  • Stift
X
X

Slide 2 - Tekstslide

  • Wortschatz test (10min)
  • selbstständig Arbeiten (10min)
  • zusammen Arbeiten (10min) 
  • Planen (5min)
  • Feedback (5min)

Slide 3 - Tekstslide

  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je kent de persoonlijke voornaamwoorden.
  • Je kunt de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wortschatz Test
  • Je zit in toets opstelling
  • op je tafel ligt alleen een pen en papier
  • je kijkt op eigen blaadje

Slide 6 - Tekstslide

Wortschatz Test Kapitel 2
NED
DUITS
1. de broer
2. de neef
3. de moeder
4. de grootouders
5. hebben
6. erg houden van
NED
DUITS
7. mooi
8. niet
9. aardig
DUITS
NED
1. ohne
2. richtig
3. zusammen
4.lustig
5. vielleicht
6. leider
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

timer
10:00
Wat kan ik doen? 
  • opdrachten Kapitel 1 (1,2,3,5,7,8,9,11,12,13,14,15,19)
  • opdrachten Kapitel 2
 (1,2,4,5,6,7,8,10,11,12,13,14,16,17,18,19,20,21, 23, 24,27,28,31,32,37,39,40,41,42,43,44,
  • slim stampen
  • ander opdrachten stempelkaart

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

timer
10:00
ZUSAMMEN 
ARBEITEN
Wat kan ik doen? 
  • opdrachten Kapitel 1 (1,2,3,5,7,8,9,11,12,13,14,15,19)
  • opdrachten Kapitel 2
 (1,2,4,5,6,7,8,10,11,12,13,14,16,17,18,19,20,21, 23, 24,27,28,31,32,37,39,40,41,42,43,44,
  • slim stampen
  • ander opdrachten stempelkaart

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Planen voor week 41
  • woordjes leren Kapitel 4 
  • opdrachten maken Kapitel 4

Slide 14 - Tekstslide

  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je kent de persoonlijke                                                     voornaamwoorden.
  • Je kunt de werkwoorden                                                               haben en sein in de                                                              tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je gedaan vandaag?
Wat is het beste gelukt?
Wat had je beter kunnen doen?
Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?

Slide 16 - Open vraag

Exitticket:
Ik kan de werkwoorden haben en sein vervoegen.
A
Ik kan het
B
Ik moet nog leren, maar het komt goed
C
Ik snap het helemaal niet
D
Ik kan het anderen uitleggen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide