Sporten HA1

Sportquizzzz
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sportquizzzz

Slide 1 - Tekstslide

Hockey

Slide 2 - Tekstslide

Uit hoeveel delen bestaat een hockeywedstrijd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel pauzes heeft een hockeywedstrijd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Hoe lang duurt een wedstrijd?
A
60
B
70
C
80
D
90

Slide 5 - Quizvraag

Basketbal

Slide 6 - Tekstslide

Met hoeveel man mag je naar een wedstrijd?
A
5
B
9
C
12
D
15

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke club speelde Michael Jordan?
A
Miami Heat
B
LA Lakers
C
Boston Celtics
D
Chicago Bulls

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel coaches mogen er tegelijk staan tijdens een wedstrijd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Hoe groot is een basketbalveld?
A
22 x 13
B
28 x 15
C
30 x 15
D
12 x 6

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de grootste maat van een basketbal?
A
3
B
5
C
7
D
8

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een technische fout?
A
Tegen de scheidsrechter ingaan
B
scoren
C
3 punten
D
5 fouten

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel vrije worpen heb je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Voetbal

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel wissels mag je per wedstrijd doen?
A
maakt niet uit
B
8
C
2
D
3

Slide 15 - Quizvraag

Hoe lang duurt een wedstrijd?
A
2 x 50 minuten
B
2 x 40 minuten
C
2 x 45 minuten
D
2 x 55 minuten

Slide 16 - Quizvraag

Hoe lang duurt een voetbalwedstrijd minimaal?
A
80 minuten
B
90 minuten
C
85 minuten
D
95 minuten

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel spelers staan er bij 1 team in het veld?
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 18 - Quizvraag

Wat gebeurt er als een medespeler de bal naar de keeper trapt en de keeper pakt de bal op.
A
niks
B
vrije trap die je in 1 keer mag scoren
C
vrije trap die je niet in 1 keer mag scoren
D
keeper krijgt geel en de tegenstanders de bal

Slide 19 - Quizvraag

Floorbal

Slide 20 - Tekstslide

Hoe heet dat ding waarmee je de bal schiet of passt?
A
stok
B
stick
C
stik
D
stock

Slide 21 - Quizvraag

Karten

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel vlaggen heb je bij het Nederlands kampioenschap?
A
7
B
9
C
10
D
12

Slide 23 - Quizvraag

Acro

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel acro oefeningen kan je maximaal hebben?
A
7
B
6
C
5
D
3

Slide 25 - Quizvraag

Judo

Slide 26 - Tekstslide

Wie heeft judo bedacht?
A
Jigoro Kano
B
Kosei Inowe
C
Ryoko Tani
D
Akoi Kaminaga

Slide 27 - Quizvraag

Hoe lang duurt een golden score?
A
5 minuten
B
bestaat niet
C
2 minuten
D
kan voor altijd doorgaan

Slide 28 - Quizvraag

Zwemmen

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde in de estafette?
A
vlinderslag, schoolslag, borstcrawl, rugcrawl
B
schoolslag, vlinderslag, borstcrawl, rugcrawl
C
rugcrawl, vlinderslag, schoolslag, borstcrawl
D
vlinderslag, schoolslag, rugcrawl, borstcrawl

Slide 30 - Quizvraag

Waterpolo

Slide 31 - Tekstslide

Tot waar mag de keeper komen?
A
2 meter aan je eigen helft
B
2 meter op de helft van de tegenpartij
C
het hele zwembad
D
tot de helft

Slide 32 - Quizvraag

Wat mag je doen als je een vrije bal buiten de 6 meter krijgt?
A
passen
B
schieten
C
de bal opgooien en doen wat je wilt
D
naar de 5 meter zwemmen en schieten

Slide 33 - Quizvraag

Welke waterpolo versie bestaat ook?
A
waterzeilen
B
waterkano
C
watersurfen
D
waterfrisbee

Slide 34 - Quizvraag

Korfbal

Slide 35 - Tekstslide

Hoeveel spelers staan er in het veld tijdens een wedstrijd?
A
13
B
6
C
8
D
4

Slide 36 - Quizvraag

Wie heeft korfbal bedacht?
A
Nico Broekhuizen
B
Wim Scholdmeijer
C
Nick Pikaar
D
Leon Braunstahl

Slide 37 - Quizvraag

Om hoeveel doelpunten wissel je van kant?
A
1
B
2
C
5
D
3

Slide 38 - Quizvraag

Volleybal

Slide 39 - Tekstslide

Hoe lang is een half volleybalveld?
A
7 meter
B
8 meter
C
9 meter
D
10 meter

Slide 40 - Quizvraag

Wat is een pipe aanval?
A
aanval van achter de drie meter
B
aanval op het midden
C
aanval aan de buitenkant
D
een surf

Slide 41 - Quizvraag

Turnen

Slide 42 - Tekstslide

Wat is het maximale dat je kan halen op alle toestellen?
A
6 punten
B
12 punten
C
120 punten
D
126 punten

Slide 43 - Quizvraag

Golf

Slide 44 - Tekstslide

Wat roept een golfer als hij de bal richting iemand slaat?
A
Bukken!
B
Pas op!
C
Fore!
D
Down!

Slide 45 - Quizvraag