In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Werk en bedrijf
Slide 1 - Tekstslide
7.4 collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
- Je kan uitleggen wat een cao is
- Je kan aangeven welke afspraken worden vastgelegd in cao's
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 4 - Woordweb
Ff herhalen...
Voordat we verder gaan, moeten we eerst checken wat we nog van de vorige les(sen) weten...
Slide 5 - Tekstslide
Hoe noemen we de voorwaarden waar de rechten en plichten in beschreven staan van een individuele arbeidsovereenkomst?
Slide 6 - Open vraag
Wat betekent een opzegtermijn?
Slide 7 - Open vraag
Kan je proeftijd vroegtijdig worden afgebroken?
Slide 8 - Open vraag
En dan nu verder...
Slide 9 - Tekstslide
0
Slide 10 - Video
CAO
Een CAO wordt gemaakt door een werknemersorganisatie (vakbond)
en een werkgeversorganisatie.
De arbeidsvoorwaarden:
in de cao moeten voldoen aan de wet.
in de individuele arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de cao en de wet.
Slide 11 - Tekstslide
cao
In een CAO staan afspraken over de arbeidsvoorwaarden voor iedereen die in een bepaalde bedrijfstak werkt. Zoals:
De bouw
De horeca
Basisonderwijs
Voortgezet onderwijs
Gehandicaptenzorg
Slide 12 - Tekstslide
cao
In een cao staan regels over onder andere:
de omschrijving van de functie
het loon
extra beloningen
overwerk en onregelmatige werktijden
vakantie en verlof
de arbeidstijden
scholing en studie
Slide 13 - Tekstslide
De vakbond
De vakbond komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.
Slide 14 - Tekstslide
cao en loon
Het loon van de meeste werknemers wordt bepaald door:
de functie van de werknemer
de loonschaal die bij deze functie hoort
Werknemers kunnen informatie krijgen over een cao:
bij hun eigen bedrijf (de personeelsafdeling)
bij hun vakbond
Slide 15 - Tekstslide
Om welke reden wordt er een cao afgesloten?
A
Om wettelijke regelingen over werk niet te hoeven naleven
B
Om afspraken te maken voor alle werknemers in een bedrijfstak
C
Om afspraken te maken voor alle werknemers in een bedrijfskolom
D
Om te zorgen dat werknemers geen rechten meer hebben in bedrijven
Slide 16 - Quizvraag
Stelling I: Loonschalen kunnen worden opgesteld door de werkgever. Stelling II: Door de loonschalen weet iedere medewerker wat hij nu verdient en later. Welke stelling is juist?
A
Stelling 1
B
Stelling 2
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 17 - Quizvraag
David (24 jaar) is beveiligingsmedewerker.
Hij werkt bij een beveiligingsbedrijf.
Gebruik afbeelding 23. David werd drie jaar geleden bij aangenomen. Welke functie wilde hij het liefst hebben, beveiliger A of B?
Slide 18 - Tekstslide
David kreeg niet de functie die hij graag wilde. Wat kan hier de reden voor zijn?
Slide 19 - Open vraag
David gaat in juli met vrienden op vakantie naar de Spaanse kust. Hij gaat drie weken, zijn vrienden gaan een week langer. Waarom kan David geen vier weken op vakantie gaan, net als zijn vrienden?
Slide 20 - Open vraag
Aan de slag!
Maak van H7.4 de opdrachten 5 t/m 10 (niet af = huiswerk voor de volgende les!)