30-6-21 1D1

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welcome 1D1

Thank you for having

your books on your desk!

(Tekstboek, werkboek B, schrift)

Today's lesson

Recap last lesson

Recap the future (toekomstige tijd)

Stone 16+17

Recap last lesson 1

Translate the following sentences (Use grammar 16 p 91):

Mijn broer kan niet zwemmen

Zou je dat kunnen herhalen?

Vandaag kan Tom niet de metro nemen (to take the ---)

Ik kan je de weg naar het warenhuis wijzen (De weg wijzen = to show you the way)

Mijn zus kan autorijden

My brother cannot swim

Could you repeat that please

Today Tom cannot / can't take the underground

I can / could show you the way to the department 

My sister can drive a car

Recap kunnen  / zou kunnen

Iemand kan iets	CAN
Iemand kan iets (beleefd)	COULD
Iemand kan iets niet	CANNOT / CAN'T
Vragen of iemand iets kan	CAN / COULD vooraan in de zin

Recap last lesson 2

Translate the following sentences (use grammar 17 and stone 15 p 90-91TB)

Kijk out!

Ga naar rechts bij de rotonde

Ga rechtdoor bij de stoplichten

Reis niet met de bus

Steek de weg over

Watch out!

Turn right at the roundabout

Go straight on at the traffic lights

Don't travel by bus

Cross the street

Recap gebiedende wijs

Als je tegen iemand wil zeggen dat hij / zij iets MOET doen:

Begin de zin met HET HELE WERKWOORD ZONDER TO

Als je tegen iemand wil zeggen dat hij / zij iets NIET MOET doen:

Begin de zin met DO NOT/ DON'T

Recap future

Translate the following sentences: 

Deze zomer ga ik naar Engeland

Morgen gaat hij naar het jeugd herberg

Gaat jou moeder naar het warenhuis?

Ga jij naar London?

Wij gaan niet met de  (to take the ---)

This summer I am going to visit England

Tomorrow he is going to go to the youth hostel

Is your mother going to go to the department store?

Are you going to go to London?

We are not going to take the underground

Recap future

To be + going to + het hele werkwoord

Bij vragen over de toekomst:

Zet to be vooraan in de zin

Ontkenningen over de toekomst:

To be + not + going to + het hele werkwoord

Stones 16 + 17

- Voorstellen om iets te gaan doen

- Vertellen wat iemand van plan is

Study Stones 16+17, p 94 TB

Are there any words you do not know?

Practise time!

Stone 16+17: Do ex 23 + 24 + 27 p 41 WB

Can / could: ex 16 p 61 WB

Gebiedende wijs: ex 17 p 61 WB

Future: ex 18 p 61 WB