- Je weet wat de begrippen dunbevolkt, dichtbevolkt en bevolkingsdichtheid betekenen.
- Je kunt uitleggen waarom gebieden in Nederland dun of dichtbevolkt zijn.
- Je weet waar de Randstad ligt en uit welke 4 grote steden deze bestaat.
- Je weet waardoor het aantal mensen in Nederland verandert.
- Je weet wat de begrippen immigratie en emigratie betekenen.
- Je weet wat een geboorteoverschot en vestigingsoverschot betekenen.
- Je kunt uitleggen waarom er in Nederland minder baby’s geboren worden.
- Je kent het begrip vergrijzing.