H3E Laatste les Duits 2023 - 2024

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3E Laatste les Duits 2023 - 2024

Hebben Duitsers humor?

https://youtu.be/5rvdLiIvaK8

Waar eet je soep mee?

1. Messer
2. Löffel
3. Fork
4. Flasche

Vul aan: In klas H3E zitten De Wienerschnitzels, dat zijn Jessie, Ziva en .....

Wat is de juiste vertaling van "doof"?

1. snel
2. ergens
3. stom
4. omdat

Wat is de correcte vertaling van "kaum"?

1. nauwelijks
2. echter
3. kans
4. in totaal

Hoe vertaal je in het Duits: Je steekt de straat over?

1. Du überquerst die Straaße
2. Du überquerst das Straße
3. Du überquerst das Straaße
4. Du überquerst die Straße

In H3E zit ook het groepje "Wienerschnitzel Krieg" (6 Mädchen). Wieviel Vornamen in dieser Gruppe fangen an mit einem "I"?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoe vertaal je: Hoe kan ik je helpen?

1. Wie kann ich du helfen?
2. Wie kann ich du hilfen?
3. Wie kann ich dir helfen?
4. Wer kann ich helfen?

Welke zin klopt?

1. Die Bank befindet sich am Marktplatz.
2. Der Bank befindet sich am Marktplatz.
3. Die Bank befindt sich am Marktplatz.
4. Die Bank befindet sich an der Marktplatz.

Wat is het verschil tussen "oft" en "häufig"?

1. oft = vaak, häufig = soms
2. oft = soms, häufig = vaak
3. oft = snel, häufig = langzaam
4. geen verschil, oft en häufig = vaak

Wat betekent "tatsächlich"?

1. gedeeltelijk
2. inderdaad
3. daadkrachtig
4. dadelijk

Wat is de vertaling van "die Brücke"?

1. de broek
2. de korte broek
3. de breuk
4. de brug

Wat is het meervoud van het gemeentehuis in het Duits?

1. das Rathaus
2. das Rathäuser
3. die Rathaus
4. die Rathäuser

Wie hebben er dit jaar in H3E al eerder een Lessonup! quiz gewonnen?

1. Isa en Mees
2. Mees en Isabel
3. Manouk en Klaudia
4. Klaudia en Christel

Wat is de juiste vertaling van "doof"?

1. snel
2. ergens
3. stom
4. omdat

Uit hoeveel personen bestaat het groepje "Die Schmetterlingen?"

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Hoe schrijf je "het vloerkleed"?

1. die Teppiche
2. der teppich
3. der Teppich
4. das Teppich

Berlijn is de grootste stad van Duitsland. Wat is de op één na grootste stad?

1. München
2. Düsseldorf
3. Hamburg
4. Köln

Hoe vertaal je "het ziekenhuis"?

1. das Krankenhäus
2. die Krankenhäus
3. der Krankenhaus
4. das Krankenhaus

Hoe vertaal je "Wie komme ich zum Zoo?"

1. Hoe kom ik daarzo?
2. Hoe loop ik naar de winkel?
3. Hoe komen we bij de dierentuin?
4. Hoe kom ik bij de dierentuin?

Hoe oud is de Wartburg?

1. 900 jaar
2. 1200 jaar
3. 750 jaar
4. 400 jaar

Hoe bedank je iemand voor de hulp?

1. Gern geschehen
2. Bitte sehr
3. Vielen Dank
4. Viel Erfolg

Hoe wens je iemand een fijne Kerst?

1. Freue Weihnachten
2. Viel Spaß
3. Guten Morgen
4. Frohe Weihnachten

Waar ga je heen om kleding te kopen?

1. Laden
2. Arbeitsplatz
3. Brücke
4. Viertel

Wat is de 4e dag van de week?

1. Dienstag
2. Donnerstag
3. Freitag
4. Sonntag

Hoe noem je de zus van je moeder?

1. die Mutter
2. der Tante
3. die Tante
4. die Schwester

Hoeveel inwoners heeft Duitsland nu ongeveer?

1. 73 miljoen
2. 83 miljoen
3. 93 miljoen
4. 63 miljoen

Hoe schrijf je "de boekenkast"?

1. Der Bucherschrank
2. Der Buchenschrank
3. Der Bücherschrank
4. Der Büchenschrank