In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 1 - Woordweb
Inzoomen en uitzoomen
Alle levende wezens
Dieren
Gewervelde
Zoogdier
Mens
Orgaanstelsel
Organen
Weefsel
Cel
Slide 2 - Tekstslide
In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Hoe planten bacteriën zich voort?
A
geslachtelijk
B
ongeslachtelijk
C
zaden
D
zij planten zich niet voort
Slide 5 - Quizvraag
Symmetrie
Tweezijdig symmetrisch
Veelzijdig symmetrisch
Niet symmetrisch
Slide 6 - Tekstslide
Is het dier niet-symmetrisch, tweezijdig symmetrisch of veelzijdig symmetrisch?
A
Niet-symmetrisch.
B
Tweezijdig symmetrisch.
C
Veelzijdig symmetrisch.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Leg het verschil uit tussen een inwendig skelet en een uitwendig skelet
Slide 9 - Open vraag
Wat voor skelet heeft het dier? Sleep het dier naar het juiste vak.
Geen skelet
Inwendig skelet
Uitwendig skelet
Wormen
Neteldieren
Stekelhuidigen
Gewervelden
Geleedpotigen
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Van welk rijtje dieren horen alle dieren tot de gewervelden?
A
Zeester – leeuw – schol
B
Worm – adder – ijsvogel.
C
Pinguïn – kikker – paling
D
Pad – aap – kreeft
Slide 12 - Quizvraag
Stekelhuidige
Sponzen
Wormen
Stekelhuidige
Gewervelden
Geleedpotige
Weekdier
Neteldieren
Slide 13 - Sleepvraag
Tot welke stam behoort het dier in de afbeelding?
A
Geleedpotigen
B
Neteldieren
C
Weekdieren
D
Wormen
Slide 14 - Quizvraag
Geleedpotigen
Tweezijdig
Pantser van chitine
Gelede poten
insect: 6
spinachtige: 8
Kreeftachtige: 10-14
Veelpotige: veel
Slide 15 - Tekstslide
Tot welke groep behoort deze krab?
A
insecten
B
veelpotigen
C
spinnen
D
kreeftachtigen
Slide 16 - Quizvraag
Tot welke groep behoort deze geleedpotige?
A
insecten
B
veelpotigen
C
spinnen
D
kreeftachtigen
Slide 17 - Quizvraag
Tot welke groep behoort deze geleedpotige?
A
insecten
B
veelpotigen
C
spinnen
D
kreeftachtigen
Slide 18 - Quizvraag
De poten van dit dier zijn opgebouwd uit:
A
leden
B
segmenten
C
één stuk
D
2 stukken
Slide 19 - Quizvraag
Maren zegt: Jonge vogels krijgen insecten als voer. Dat is goed voor de groei want insecten bevatten veel eiwitten. Pascal zegt: Insecten bevatten veel eiwitten, net als vlees. Het hongerprobleem en sommige problemen met het milieu kunnen we oplossen als meer mensen insecten gaan eten. Wat is waar? Wat is een mening?
A
Maren: feit
Pascal: feit
B
Maren: mening
Pascal: feit
C
Maren: feit
Pascal: mening
D
Maren: mening
Pascal: mening
Slide 20 - Quizvraag
Tot welke groep behoort deze geleedpotige?
A
insecten
B
veelpotigen
C
spinnen
D
kreeftachtigen
Slide 21 - Quizvraag
Tot welke groep behoort deze geleedpotige?
A
insecten
B
veelpotigen
C
spinnen
D
kreeftachtigen
Slide 22 - Quizvraag
Orgaanstelsels
Slide 23 - Tekstslide
Van cel tot orgaanstelsel
Leer deze omschrijvingen uit je hoofd!!!
Slide 24 - Tekstslide
Orgaanstelsel: een groep samenwerkende organen met samen een functie
Slide 25 - Tekstslide
Welk onderdeel is het kleinst?
A
Cel
B
Orgaanstelsel
C
Celorganel
D
organisme
Slide 26 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel wordt hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel
Slide 27 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel wordt hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel
Slide 28 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel wordt hier weergegeven?
A
Ademhalingsstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Spierstelsel
Slide 29 - Quizvraag
wat is een weefsel
Slide 30 - Open vraag
Welk orgaanstelsel wordt hier weergegeven?
A
Verteringsstelsel
B
Eetstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Zenuwstelsel
Slide 31 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel bestuurt ons gedrag?
A
Beenderstelsel
B
Spierstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Scheidingsstelsel
Slide 32 - Quizvraag
Een groep cellen met de zelfde vorm en functie noemen we...
A
orgaan
B
orgaanstelsel
C
weefsel
Slide 33 - Quizvraag
Wat is een orgaan
Slide 34 - Open vraag
Bij welk orgaanstelsel hoort een darm?
A
verteringstelsel
B
spierstelsel
C
zenuwstelsel
D
beenderstelsel
Slide 35 - Quizvraag
Hoe noem je een groep organen dat met elkaar samenwerkt?
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
weefsel
D
cel
Slide 36 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel heeft als functies bewegen?
Slide 37 - Open vraag
welk orgaanstelsel zorgt ervoor dat je eten verteerd wordt?