3.3 Bezet Nederland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Week 4

Klassenafspraak:

• Spullen op orde
• Niet "schreeuwen/praten" door de klas
• We praten niet door elkaar heen
• Respect voor elkaar en elkaars spullen

3.3: Bezet Nederland

Hoe was het leven in Nederland onder Duitse bezetting?

 

 Studiewijzer 3HB

 Week 1: Wat zijn bronnen?

Week 2:  Par. 3.1 Oorlog in Europa

Week 3:  Par. 3.1 Oorlog in Europa + 3.2 Oorlog buiten Europa

Week 4:  3.3  bezet Nederland(verkort rooster) 

Week 5 :  3.3 Bronnen + herhaling + Bezet Nederland

Kerstvakantie 

Week 6:  3.4  De Holocaust

Week 7: lessen van de oorlog en herhaling

22 januari Toets!

TOETS

22 januari

Vorige lessen

3.1

Heim Ins Reich / Lebensraum  / Apeasement politiek.

Start Tweede Wereldoorlog

Blitzkrieg

Slag om Engeland

Aanval op de Sovjetunie

Keerpunten in de Tweede Wereldoorlog

Oorlog in Azië

Einde oorlog in Azië.

Vandaag 3.3

Theorie (15 minuten)

Kijken (15 minuten)

Bezet Nederland

Blitzkrieg

Snelle aanval (bliksemoorlog)

Mobilisatie

Als een land zich klaar maakt voor de oorlog

Capitulatie

je zelf overgeven aan de vijand

Kenmerken van de Duitse bezetting

• Nederlanders behoren tot het Arische ras, een broedervolk.
• Onderdrukking
• geen rechtstaat
• Censuur
• gelijkschakeling
• Democratie afgeschaft.

Oefenen vragen uit je werkboek

• Als je een onvoldoende hebt graag laten zien maandag!
• Om te checken of je de leerstof hebt begrepen kan je de vragen beantwoorden die hier verderop in de presentatie staan.

Wat betekent collaboratie?

1. aanpassing
2. onderduiken
3. samenwerking
4. drijfjacht

Wat is een razzia?

1. drijfjacht op mensen
2. dwangarbeid in Duitsland
3. samenwerken met de vijand
4. aanpassing aan een totalitair regime

Er waren Nederlanders pro-Duits. Wie was de leider van de NSB?

Tekst

Tekst

Censuur

Verzet

Gelijkschakeling

onderduiken

Hoe reageerden de Nederlanders op de Duitsers in het begin van de oorlog?

1. Velen gingen collaboreren
2. Velen gingen in verzet
3. Velen pasten zich aan
4. Velen gingen onderduiken

Wat was de scheldnaam voor de Duitsers?

1. Rotzakken
2. Moffen
3. Bolsjewieken
4. Yankees

Waardoor ontstond er een gebrek aan levensmiddelen?

1. De Nederlanders wilden niet meer werken
2. De import van goederen werd tegengehouden
3. De bevolking groeide te hard
4. De Duitsers pikten alles in

00:46

Welke landen hielpen bij de bevrijding van het noorden en oosten van Nederland?

1. Nederlanders, Polen, Britten en Amerikanen
2. Britten, Canadezen, Polen en Amerikanen
3. Amerikanen, Fransen, Polen en Britten
4. Canadezen, Britten, Fransen en Polen

02:02

Overstroming van de Betuwe was een probleem, maar wat was nog gevaarlijker?

1. Gebouwen stonden op instorten
2. Landmijnen
3. Hongersnood
4. Duitse scherpschutters

05:23

Waarom vechten de Duitsers door tot de laatste man?

06:41

Waarom klopt de 'eerste ontmoeting' tussen de westerse geallieerden de Sovjet-Unie niet?

1. Ze hebben elkaar pas na de oorlog ontmoet
2. Ze hebben de 'eerste ontmoeting' in scène gezet
3. Al op 25 april hadden enkele verkenners van beide legers elkaar ontmoet
4. Ze hadden elkaar eerst beschoten en daarna pas doorgehad dat het niet klopte