Tekststructuren H2 - Argumentatie/aspecten/voor-nadeel/vraag-antwoord H3

Lezen - tekststructuren
Argumentatiestructuur 
Aspectenstructuur 
Verklaringsstructuur
Voor- en nadelenstructuur 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen - tekststructuren
Argumentatiestructuur 
Aspectenstructuur 
Verklaringsstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 1 - Tekstslide

Argumentatiestructuur
  • Inleiding: standpunt
  • Middenstuk: argumenten voor het standpunt // tegenargument // weerlegging
  • Slot: herhaling stelling // beantwoorden van de vraag 

Argumentatiestructuur (bijv. een artikel met de titel "Het vaccineren van kinderen is onzin" 

Slide 2 - Tekstslide

Aspectenstructuur
  • Inleiding: onderwerp
  • Middenstuk: diverse aspecten van het onderwerp
  • Slot: samenvatting 

Aspectenstructuur (bijv. een artikel met de titel "Welke invloed heeft het Coronavirus op jongeren?" 

Slide 3 - Tekstslide

Voor-nadelenstructuur
  • Inleiding: vraag of stelling
  • Middenstuk: voordelen// nadelen
  • Slot: afweging // conclusie 

Voor- nadelenstructuur (bijv. een artikel met de titel "Wat zijn de voor- en nadelen van het vaccineren van jongeren?"

Slide 4 - Tekstslide

Vraag-antwoordstructuur
  • Inleiding: vraag
  • Middenstuk: antwoord 
  • Slot: samenvatting of conclusie 

vraag-antwoordstructuur (bijv. een artikel met de titel "Welke maatregelen kan ik zelf treffen tegen het coronavirus?" 

Slide 5 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?

Vraag-antwoordstructuur

Slide 6 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
Argumentatiestructuur


Slide 7 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 8 - Tekstslide

Welke tekststructuur herken je?
Aspectenstructuur

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag 

Maken opdrachten route 1, 2 of 3

Slide 10 - Tekstslide

In een verklaringsstructuur staat in de inleiding beschreven een....

Slide 11 - Open vraag

Een tekst is gebaseerd op de argumentatiestructuur. Wat staat er in de inleiding?

Slide 12 - Open vraag

Een tekst is gebaseerd op de probleem/oplossingstructuur. Wat staat er in het slot?

Slide 13 - Open vraag

Een tekst is gebaseerd op de aspectenstructuur. Wat is het schrijfdoel?

Slide 14 - Open vraag

Welke structuren ken je nu?

Slide 15 - Woordweb