2Ha 15102020

Bonjour!
Jeudi, le 15 octobre

Prends tes livres et ton iPad!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!
Jeudi, le 15 octobre

Prends tes livres et ton iPad!

Slide 1 - Tekstslide

Vaste klascode:
dmmrh

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui
  • Even leren en even vertalen
  • Nakijken/nabespreken 24 + 27 + 29 + 30
  • Bron I chapitre 5
  • Les devoirs

Slide 3 - Tekstslide

Even 5 minuten leren
Apprends: Bron E (Frans - Nederlands / Nederlands - Frans)
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Vertaal: De kranten zijn serieus.

Slide 5 - Woordweb

Les devoirs
  • Zijn er vragen over het gemaakte werk?
  • Zelfstandig nakijken (ELO > nakijkblad)


Slide 6 - Tekstslide

Chapitre 5, bron I (TB 70)
Uitleg Bron I, chapitre 5. Dit vervangt bron I van chapitre 1.
Voorzetsels bij landen en steden.

Slide 7 - Tekstslide

Bron I: Voorzetsels bij landen en plaatsen

In het Frans staat er altijd een lidwoord of een voorzetsel bij een aardrijkskundige naam.

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg: Lidwoorden
  • Net als ieder zelfstandig naamwoord, krijgt ook iedere aardrijkskundige naam een lidwoord.
  • Iedere aardrijkskundige naam is dus mannelijk, vrouwelijk of staat in het meervoud.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden

Marokko
Canada
Japan
Denemarken
Mannelijk

le Maroc 
le Canada 
le Japon
le Danemark

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden

Holland
Frankrijk
België
Duitsland
Engeland
Vrouwelijk

la Hollande
la France
la Belgique
l'Allemagne
l'Angleterre

Zie je een overeenkomst?

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden

Verenigde Staten
Nederland

Meervoud

les États-Unis
les Pays-Bas

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg: Lidwoorden
  • Alle landennamen die eindigen op een -E zijn dus vrouwelijk.
  • Alle landennamen die eindigen op een -S zijn dus meervoud.
  • Alle andere landennamen zijn dus mannelijk

  • Je gebruikt het lidwoord als je het over het land hebt.

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg: Voorzetsels
  • Ga je naar een land toe of ben je in het land, dan gebruik je naast het lidwoord ook het voorzetsel à
  • Deze combineer je met het lidwoord dat bij de landennaam hoort. Je krijgt de volgende combinaties:

Slide 14 - Tekstslide

à +

+ le
+ les

Het voorzetsel bij de vrouwelijke landennamen 
= : 

= au 
= aux

= en


Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden

in/naar Marokko
in/naar Canada
in/naar Japan
in/naar Denemarken
Mannelijk

au Maroc 
au Canada 
au Japon
au Danemark

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeelden

in/naar Holland
in/naar Frankrijk
in/naar België
in/naar Duitsland
in/naar Engeland
Vrouwelijk

en Hollande
en France
en Belgique
en Allemagne
en Angleterre


Slide 17 - Tekstslide

Voorbeelden

in/naar Verenigde Staten
in/naar Nederland

Meervoud

aux États-Unis
aux Pays-Bas

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg: Voorzetsels
Voor een plaatsnaam zet je altijd het voorzetsel à:
  • à Zeewolde
  • à Harderwijk
  • à Amsterdam
  • à Paris 



Slide 19 - Tekstslide

Boek B of online
Omdat chapitre 5 in werkboek B staat, maak je de oefeningen in werkboek B of je maakt ze via de online methode.

Werkboek B, blz. 30 + 31
Fais: Exercice 32 + 33

Slide 20 - Tekstslide

Les devoirs pour mardi 26 octobre:

Apprends: Vocabulaire F FNNF
Répète: Vocabulaire A + B + E FNNF
Apprends: Grammaire C + G + I (Ch. 5)
Fais: Exercice 30 + 33 uit chapitre 5


Slide 21 - Tekstslide

Jeudi 5 novembre
Repetitie Chapitre 1
Vocabulaire A + B + E + F + H FNNF
Grammaire C (ww-er présent en passé composé)
Grammaire G (vouloir, présent en passé composé)
Grammaire I (voorzetsels bij aardrijkskundige namen) Let op dit komt uit hoofdstuk 5!!!!!!
Naar cijferinvoer



Slide 22 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste dat JIJ hebt geleerd deze les?

Slide 23 - Open vraag