H4 woordenschat 1e les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • Laptop (dicht)
  • 1-blik-agenda


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Lesboek
  • Schrift
  • Pen
  • Laptop (dicht)
  • 1-blik-agenda


Slide 1 - Tekstslide

  • H3 woordenschat afgemaakt en nagekeken
Vorige lessen

Slide 2 - Tekstslide

Maandag 16 mei
  • H4, woordenschat: opdr. 2 t/m 7
  • Mavo: H4, woordenschat: opdr. 1 t/m 5 + 7










Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Donderdag 19 mei: 
  • Toets woordenschat H3 en H4 (2x)



Toetsen

Slide 4 - Tekstslide






H3 Woordenschat




H4 Woordenschat



















Na de lessen deze week...

  • kun je voorbeelden van onbekende woorden vinden.
  • ken je de betekenis van de woorden en uitdrukkingen in de paragraaf. 

  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.
  • ken je de betekenis van de woorden en uitdrukkingen in de paragraaf. 

Doel

Slide 5 - Tekstslide

  1. Een synoniem zoeken
  2. Een betekenis (omschrijving) zoeken
  3. Een voorbeeld zoeken
Woordenschat: wat doe je als je een woord niet kent of begrijpt?

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.










Doel

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf in 1 minuut zoveel mogelijk tegenstellingen op in één bericht. Bijvoorbeeld: groot - klein.

Wie heeft de meeste tegenstellingen?
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag




  • = woorden die elkaars tegenstellingen zijn 
  • Bijvoorbeeld: boven <> onder


  • Waarom is dat handig? 
  • Als je een tekst leest en een woord niet kent, dan kun je de betekenis van dat woord soms vinden door de tegenstelling.



  • De Playstation 5 is prijzig, maar in de aanbieding is hij hopelijk goedkoop.

  • Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat vaak snel voorbij. 

  • Ik wilde de foto op m'n telefoon vergroten. Ik drukte echter per ongeluk op verkleinen.

  • maar, echter, toch, daarentegen vertellen je dat er een tegenstelling wordt genoemd (mavo: signaalwoorden)
Tegenstellingen

Slide 9 - Tekstslide

Aan welk woord zie je dat er een tegenstelling in de zin staat? Sleep dat woord hierheen. 
Er
een verkeerslicht
maar
staat
wil 
de buurt
op de gevaarlijke kruising,
tijdelijk
er
permanent
een
op die plek.

Slide 10 - Sleepvraag

Welk woord is de tegenstelling van tijdelijk? Sleep dat woord hierheen.
Er
een verkeerslicht
maar
staat
wil 
de buurt
op de gevaarlijke kruising,
tijdelijk
er
permanent
een
op die plek.

Slide 11 - Sleepvraag

Aan welk woord zie je dat er een tegenstelling in de zin staat? Sleep dat woord hierheen. 
Als
duikt,
je
je
je
voordat
moet
onder water
inademt
toch
eerst
goed 
uitademen.

Slide 12 - Sleepvraag

Welk woord is de tegenstelling van inademt? Sleep dat woord hierheen.
Als
duikt,
je
je
je
voordat
moet
onder water
inademt
toch
eerst
goed 
uitademen.

Slide 13 - Sleepvraag

Aan welke woorden (signaalwoorden) herken je een tegenstelling?

Slide 14 - Woordweb

Je kunt de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.










Doel

Slide 15 - Tekstslide



Wat?
  • Opdr. 2, blz. 102 en 103
  • Tekst lezen en woordenlijst maken

Hoe?
  • Boek + schrift

Mavo
  • H4, woordenschat: opdr. 1 t/m 5 + 7



Opdr. 2 - samen
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Woordenlijst H4

Slide 17 - Tekstslide




Na deze les...

  • kun je de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een tegenstelling.
  • ken je de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen in de paragraaf.
Doel

Slide 18 - Tekstslide

Volgende lessen
Donderdag:
  • Leesboek mee
  • Weektaak afmaken

Donderdag 19 mei
  • Toets woordenschat H3 en H4 (2x)





Slide 19 - Tekstslide