B1: Organisme

B1: Organisme (blz: 14)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

B1: Organisme (blz: 14)

Slide 1 - Tekstslide

Voor je ligt
Laptop met lesson-up
Leerwerkboek A
Pen. 
(telefoon zit in de telefoontas)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
1.1.2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
1.1.3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 3 - Tekstslide

Levende wezens
Biologie gaat over levende wezens, dus over mensen, dieren en planten. Een ander woord voor levend wezen is organisme. Mensen, dieren en planten zijn organismen. Organismen hebben kenmerken waardoor je weet dat ze leven. Een mens kan bijvoorbeeld bewegen, ademhalen en groeien. Een steen kan dat niet, dus een steen is geen organisme.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een organisme?

Slide 5 - Open vraag

Waardoor weet je of iets een organisme is?

Slide 6 - Open vraag

Noem 5 voorbeelden van organisme.

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat levenskenmerken zijn.

Slide 9 - Open vraag

Waarnemen, voeden, groeien en voortplanten zijn levenskenmerken.
Geef nog drie levenskenmerken.

Slide 10 - Open vraag

Planten hebben levenskenmerken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Levend, dood en levenloos
Als een organisme geen levenskenmerken meer heeft, is het dood. Sommige dingen in de natuur hebben nooit geleefd. Die noem je levenloos. Een steen is bijvoorbeeld levenloos, want die heeft nooit geleefd. Ook lucht en water zijn levenloos. Deze levenloze natuur is vaak wel belangrijk voor organismen.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Krul bij: Opdracht 1 en 2
Maken: opdracht 3, 4, 6, 7, 8

Slide 13 - Tekstslide