In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Het klimaat en de seizoenen
Het weer is elke dag anders.
Het kan zelfs per uur verschillen.
Het klimaat niet.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het klimaat?
Slide 2 - Woordweb
Het klimaat
Het klimaat is het weer over een lange tijd gemeten.
Op aarde zijn verschillende klimaten.
Slide 3 - Tekstslide
Het klimaat
Het klimaat in Nederland noem je het zeeklimaat.
In de zomer is het niet al te heet en in de winter is het niet heel erg koud.
Slide 4 - Tekstslide
Het klimaat
In het poolklimaat is het altijd heel koud.
Dat is bijvoorbeeld op de Noordpool.
Slide 5 - Tekstslide
Het klimaat
In het tropisch klimaat kun je ook in de winter nog gewoon een t-shirt aan.
Dit klimaat is er in Zuid-Amerika en Afrika.
Slide 6 - Tekstslide
Het klimaat
Slide 7 - Tekstslide
Seizoenen
Bij ons in Nederland bestaat een jaar uit vier seizoenen.
Slide 8 - Tekstslide
Seizoenen
Bij ons bestaat een jaar uit vier seizoenen; de lente, de zomer, de herfst en de winter.
Slide 9 - Tekstslide
Seizoenen
De aarde draait in één jaar een rondje om de zon.
Slide 10 - Tekstslide
Seizoenen
Als Nederland heel ver van de zon af is, is het hier winter.
De zon kan ons land niet goed verwarmen, dus is het hier koud.
Als onze kant van de aarde dichtbij de zon is, is het zomer.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Seizoenen
Als het bij ons zomer is, is het aan de andere kant van de aarde winter!
De winters zijn niet overal hetzelfde.
In een tropisch klimaat is het nooit echt koud en daar ligt nooit echte sneeuw.
Slide 13 - Tekstslide
In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter
Slide 14 - Quizvraag
In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter
Slide 15 - Quizvraag
In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter
Slide 16 - Quizvraag
In welk seizoen is de foto gemaakt?
A
lente
B
zomer
C
herfst
D
winter
Slide 17 - Quizvraag
Welk seizoen komt na de zomer?
A
winter
B
herfst
C
lente
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer begint de lente?
A
1 april
B
21 juni
C
21 maart
D
1 januari
Slide 19 - Quizvraag
Wanneer begint de winter?
A
21 september
B
21 oktober
C
21 december
D
21 januari
Slide 20 - Quizvraag
Welk seizoen komt na de winter?
A
herfst
B
lente
C
zomer
Slide 21 - Quizvraag
Wat ga je onthouden van deze les?
Slide 22 - Woordweb
Kerndoel 49
De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren.