Zoek kracht 1 en arm 1 op en noteer de gegevens in de schets.
Zoek kracht 2 en arm 2 op en noteer de gegevens in de schets.
Noteer de momentenwet en vul alles in wat je weet uit de schets.
Bereken de ontbrekende grootheid.
Slide 9 - Tekstslide
Oefenopgave 1
De hefboom in de tekening is in evenwicht. Kist A heeft een massa van 2,4 kg en ligt op een afstand van 1,23 meter van het draaipunt. Kist B ligt op een afstand van 0,20 meter van het draaipunt. Bereken de massa van kist B.
Maak een schets van de hefboom.
Geef het draaipunt aan met de letter D.
Zoek kracht 1 en arm 1 op en noteer de gegevens in de schets.
Zoek kracht 2 en arm 2 op en noteer de gegevens in de schets.
Noteer de momentenwet en vul alles in wat je weet uit de schets.
Bereken de ontbrekende grootheid.
Slide 10 - Tekstslide
Oefenopgave 2
Iemand wil met een hefboom een kist optillen. De kist heeft een massa van 150 kg. De arm van de zwaartekracht op de kist is 25 cm. De arm van de spierkracht is 275 cm. Bereken de benodigde spierkracht.
Maak een schets van de hefboom.
Geef het draaipunt aan met de letter D.
Zoek kracht 1 en arm 1 op en noteer de gegevens in de schets.
Zoek kracht 2 en arm 2 op en noteer de gegevens in de schets.
Noteer de momentenwet en vul alles in wat je weet uit de schets.
Bereken de ontbrekende grootheid.
Slide 11 - Tekstslide
Oefenopgave 3
Maak een schets van de hefboom.
Geef het draaipunt aan met de letter D.
Zoek kracht 1 en arm 1 op en noteer de gegevens in de schets.
Zoek kracht 2 en arm 2 op en noteer de gegevens in de schets.
Noteer de momentenwet en vul alles in wat je weet uit de schets.
Bereken de ontbrekende grootheid.
Bij een kruiwagen zit het draaipunt in de as van het wiel.
De arm van de spierkracht is hier 1,25 m. De arm van de zwaartekracht op het materiaal in een volle kruiwagen is 0,22 m. Stel dat iemand een maximale spierkracht van
550 N kan uitoefenen. Hoe groot is dan de massa die hij in de kruiwagen kan vervoeren?
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht
Maak nu opgave 4, 6 en 7 op de site van de methode.