Thema 3 ordening basisstof 3 planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Leerdoel: 

• Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

 

Telefoon op stil in je tas. 

Rustig binnen komen

Op je plaats gaan zitten

Tas op de grond jas in de kluis 

Spullen open voor 

Welkom, kom rustig binnen, start je laptop vast op 

Dieren worden in 6 groepen verdeeld:

1. sponsdieren

2. neteldieren

3. weekdieren

4. stekelhuidigen

5. geleedpotigen

6. gewervelden (onderverdeling in 5 groepen)

Sleep de cel naar het goede rijk.

Dieren

Planten

Schimmels

Bacteriën

Sleep de passende stam naar het juiste dier.

Sponsdieren

Neteldieren

Weekdieren

Stekelhuidigen

Geleedpotigen

Gewervelden

Wat hebben een parkiet, een hond, een zalm en een slang met elkaar gemeen?

1. Ze ademen allemaal met longen.
2. Ze hebben allemaal haren.
3. Ze hebben allemaal een wervelkolom.
4. Ze leven allemaal op het land.

planten

Rijk: planten.

cellen:

• Celkern
  

• Bladgroenkorrels
  
• Celwand. 
  

Ordening

Planten deel je in twee groepen op basis van de manier van voortplanten. 

Twee groepen:

• Sporenplanten
• Zaadplanten

sporenplanten

• Hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen.
  
  
• Planten zich (net zoals schimmels) voort doormiddel van sporen. 
  
  
• We verdelen sporenplanten weer verder in mossen en varens

Sporen

Enkelvoud = Spore

<- Mos

Mosplantjes groeien erg dicht bij elkaar en hebben "sporendoosjes" op steeltjes.

Sporenhoopjes

Een varen is ook een sporenplant en is goed te herkennen aan de bladeren.

De sporen ontstaan in de sporenhoopjes aan de onderkant van de bladeren.

zaadplanten

Hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.

Voortplanting vind plaats met zaden.

Spore

Sporenhoopje

Sporendoosje

Sporenplant

Zaadplant

Cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan

Aan de onderkant van het blad waarin bij varens sporen ontstaan

Op een steeltje waarin bij mossen sporen ontstaan

Een groep planten met bloemen

Een groep planten zonder bloemen

Leerdoel: 

• Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

 

Huiswerk: 

maken opgaven en test jezelf basisstof 3.3 

Afsluiten 

Ik heb de leerdoelen deze les gehaald.

😒🙁😐🙂😃

Je ziet hier een ?

1. Zaadplant
2. Sporenplant

Een appelboom maakt vruchten met hierin zaden. Het is een zaadplant

1. Juist
2. Onjuist

Sporenplanten hebben bloemen

1. Juist
2. Onjuist

Welk voortplantingsorgaan hoort bij welke groep planten? 

Mossen

Varens

Zaadplanten

Sporendosjes

Sporenhoopjes

Bloemen

Welke groep dieren heeft meestal geen skelet?

1. Sponsdieren
2. Weekdieren
3. Stekelhuidigen
4. Neteldieren