Europa 4.16 t/m 4.21

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom

5 havo ECONOMIE  ||  2021-2022

Programma

• Vorige les
• Lesdoelen
• Theorie
• Aan de slag
• Evaluatie

(2019) 1 Zwitserse Frank = 0,68 euro
(2020) 1 Zwitserse Frank = 0,87 euro
Bereken in één decimaal nauwkeurig, de procentuele koersdaling /stijging van de euro in Zwitserse Frank.
Is er sprake van een appreciatie of depreciatie van de Frank?

1. 27,9% appreciatie
2. 27,9% depreciatie
3. 21,8% appreciatie
4. 21,8% depreciatie

De Britse valuta of deviezenreserve ...(1)... het meest, als het Britse tekort op de betalingsbalans ...(2)...

1. (1) = stijgt, (2) = stijgt
2. (1) = stijgt, (2) = daalt
3. (1) = daalt, (2) = stijgt
4. (1) = daalt, (2) = daalt

Lesdoelen

Aan het einde van de les

• Verband uitleggen tussen veranderingen op de betalingsbalans en veranderingen van de wisselkoers. 
• Uitleggen wat het gevolg van het materiaal saldo is voor de wisselkoers. 

Vul in:
Appreciatie van de euro >
wisselkoers ... > export ...

1. wisselkoers stijgt, export stijgt
2. wisselkoers daalt export daalt
3. wisselkoers stijgt, export daalt
4. wisselkoers daalt, export stijgt

Verband lopende rekening en kapitaalrekening

Overschot lopende rekening

• Vergelijken met iemand die spaart. 
• Spaargeld beleggen. 

Tekort op de lopende rekening

• Teren in op valutareserve of lenen van landen met een overschot. 
• --> lenen --> ontvangst op de kapitaalrekening. 

Saldo kapitaalrekening heeft invloed op de lopende rekening

VS leent veel in China. 

Over de schuld moet rente betaalt worden. 

Nu op de kapitaalrekening --> veel ontvangsten.

Toekomst lopende rekening --> veel uitgaven. 

Internationale geldstromen en de valutamarkt

Ontvangsten op de betalingsbalans

• Vraag naar de munt. 

Uitgaven op de betalingsbalans

• Aanbod van de munt

Materieel overschot betalingsbalans --> koers van de munt stijgt. 

Materieel tekort op de betalingsbalans --> koers van de munt daalt. 

Zijn er vragen over de uitleg? Vragen over opdrachten?

Aan de slag

Maken H4.16 t/m 4.21

Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen

Klaar? Nakijken

Niet af? Huiswerk!