7.5: In contact met de Islamitische Wereld

H7: Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen
7.5: In contact met de islamitische wereld
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7: Steden, burgers en koningen in de middeleeuwen
7.5: In contact met de islamitische wereld

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe de islam ontstaan is.

2. Je kunt de hoofdlijnen van de islam uitleggen.

3. Je kunt beschrijven hoe de islam zich verspreid heeft.

4. Je kunt het ontstaan en verloop van de eerste kruistocht beschrijven.

Slide 3 - Tekstslide


In welk jaar leven wij volgens de islamitische kalender?
A
2640
B
1445
C
622
D
1854

Slide 4 - Quizvraag


Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam

Slide 6 - Quizvraag

Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam

Slide 7 - Quizvraag

Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Slide 8 - Quizvraag

Wie is de profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Arabier
D
Er is geen profeet

Slide 9 - Quizvraag

De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden

Slide 10 - Quizvraag

Ontstaan islam
De islam is tegenwoordig een van de snelstgroeiende religies ter wereld. 

De islam is in de 7e eeuw ontstaan in de handelsstad Mekka in het land dat nu Saoedi-Arabië is. Aanhangers van de islam heten moslims. De islam is monotheïstisch en gelooft in Allah

De islam baseert zich op boodschappen van Allah aan profeet Mohammed. Alle openbaringen van Allah zijn opgeschreven in de Koran. In de Koran staan o.a. de vijf zuilen, de belangrijkste leefregels. 
 

Slide 11 - Tekstslide

Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht 
(hadj)
الحجّ

Slide 12 - Tekstslide


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden

Slide 13 - Quizvraag


Wat is niet een van de vijf zuilen 
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video


Wat gebeurt er op de tekening? 
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 16 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 17 - Sleepvraag

Verspreiding
Na de dood van Mohammed werden enorme gebieden veroverd door de kaliefen

Rond het jaar 1000 werd de stad Jeruzalem veroverd. Deze stad is voor zowel joden, christenen en moslims belangrijk. Tot het jaar 1000 kon iedereen op bedevaart of pelgrimstocht naar Jeruzalem, maar na de verovering niet meer. 


Slide 18 - Tekstslide

Al voor 1096 maakten christenen uit Europa tochten naar Palestina.
Waarom gingen zij daar naartoe?
A
In dat land waren veel kostbaarheden te roven.
B
Zij gingen daar bidden om vrij te zijn van zonden.
C
Zij wilden in Palestina studeren.
D
Zij wilden de mooie gebouwen in Jeruzalem bewonderen.

Slide 19 - Quizvraag

Leren van elkaar
  • Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis. 
  • Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
  • Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
  • Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.

Slide 20 - Tekstslide

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 21 - Sleepvraag

Kruistochten
Vanaf 1095 zijn er in totaal 9 kruistochten geweest. Dit waren religieuze oorlogen. Het christelijke leger wilde Jeruzalem terugveroveren én de Byzantijnse keizer helpen. 

Volgens de Paus was het de wil van God om Jeruzalem te bevrijden. Duizenden kruisvaarders gingen mee. Het was een bloedige strijd met veel doden. 

Al snel werd Jeruzalem terugveroverd op de moslims. De 8 kruistochten daarna waren geen succes meer. 

Slide 22 - Tekstslide

'In 1096 begon onder leiding van een paus de eerste kruistocht, waarbij het doel was om de christenen uit de Heilige Stad Jeruzalem te verjagen'.

Welk woord klopt NIET in bovenstaande zin?
A
paus
B
eerste
C
christenen
D
Jeruzalem

Slide 23 - Quizvraag

Waarom gingen veel edelen na de vraag van de paus op kruistocht?
A
De edelen wilden graag oorlog gaan voeren tegen de Islamitische Turken;
B
De paus beloofde deelnemers aan de kruistocht veel goud en kostbaarheden;
C
De deelnemers hoopten op een plaatsje in de hemel;
D
Veel edelen zagen de kruistocht als een groot avontuur.

Slide 24 - Quizvraag

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe de islam ontstaan is.

2. Je kunt de hoofdlijnen van de islam uitleggen.

3. Je kunt beschrijven hoe de islam zich verspreid heeft.

4. Je kunt het ontstaan en verloop van de eerste kruistocht beschrijven.

Slide 25 - Tekstslide

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Klaar? 

Maak 7.5: In contact met de Islamitische Wereld

Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Nakijken via Tijd voor GS
Even wat voor jezelf

Slide 26 - Tekstslide