B2 Mondiale spreidingspatronen (les 1)

Welkom terug bij Aardrijkskunde! 
Startklaar:
  • Jas uit, tas op de grond
  • telefoon in zakkie
  • map en pen op tafel  
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Welkom terug bij Aardrijkskunde! 
Startklaar:
  • Jas uit, tas op de grond
  • telefoon in zakkie
  • map en pen op tafel  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma vandaag

  1. Afmaken les gister
  2. Atlas oefening
  3. Afsluiting examenvraag

Slide 2 - Tekstslide

Leerlingen verwachtingen laten invullen, zelf verwachtingen uitspreken. 
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7


B1


B2


B3

Uitloop

(SO)

D1

+D2 

D3

(SO)


Herhalings-week:

Weekplanning 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht Domein B
B1
Mondialisering en tijd-ruimtecompressie
B2
Mondiale spreidingspatronen

B3
Grootstedelijke gebieden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat laat deze kaart ziet en waarom is hij zo 'raar'?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis van globalisering
  • Vanaf 1492 (Columbus in Amerika) verschoof het mondiale machtscentrum richting West-Europa. 

    Verspreiding Europese cultuur


  •                                                    wisselden elkaar af 
Hegemoniale staten
Staten die gedurende een bepaalde periode domineren op cultureel, economisch en militair gebied.
Eerst vooral Spanje en Portugal, daarna ook de Nederlanden en het Britse rijk. 
Waar lag het dan eerst?
Midden-Oosten en China
Columbus

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis van globalisering
Imperialisme
Het streven van landen naar machtsuitbreiding door andere gebieden te veroveren en te besturen. Dit werd gedaan door middel van kolonialisme: het stichten van koloniën. 
Diffusie
Taal en godsdienst werden vanuit het oorspronkleijke gebied verspreid naar de koloniën. 
leidt tot

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis van globalisering
Na WO2:
  • De Verenigde Staten neemt
    hegemoniale macht over
  • Proces van dekolonisatie 
 Gandhi was leider in de Indiase onafhankelijkheidsstrijd.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kolonialisme = basis voor centrum-periferie verhoudingen
De verhoudingen veranderen: 

Een groep landen in semi-periferie neemt industriële productie van westerse landen over. 

                           
Nieuwe internationale arbeidsverdeling
Dit is de arbeidsverdeling tussen landen, waarbij landen zich toeleggen op de productie van producten waar zij relatief goed in zijn. 
(Nieuwe industrielanden, zoals Vietnam en China)
Uitschuiving
Zo noemen we het proces van verplaatsing van bedrijven en functies vanuit het centrum naar buiten. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na 1970-80: Globalisering in stroomversnelling door 
  • multinationals gegroeid tot wereldwijd netwerk
  • grenzen open voor internationale handel
  • ontwikkeling communicatie/computer-technologie 



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Global shift
Toekomst?
  • Global shift 


Kijkvragen bij filmpje:
  1.  Wat zijn BRIC's landen?
  2. Welke landen horen bij de triade?
  3. Wat is global shift?
  4. Waarom gebeurt de global shift? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht Domein B
B1
Mondialisering en tijd-ruimtecompressie
B2
Mondiale spreidingspatronen

B3
Grootstedelijke gebieden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsvraag 
Schrijf op een kladpapier een antwoord op deze vraag:

Welke indicatoren kan ik gebruiken om landen met elkaar te vergelijken 
en
wat zeggen die indicatoren over een land?


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf indicatoren onderzoeken
  • Atlas opdracht
  • Stappen staan omschreven op je werkblad
  • Alleen of in tweetallen 


    Ben je klaar, kijk dan alvast naar de examenopgave.  
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 4
  • Hoe beter een land (economisch) is ontwikkeld, des te hoger is de verstedelijkingsgraad en des te lager is het verstedelijkingstempo. 
  • Arme landen hebben een hoger verstedelijkingstempo 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 5
  • Centrumlanden met een relatief hoog bnp hebben vaak een hoog percentage mensen in dienstensector en een laag percentage in landbouw. 
  • Periferielanden met een relatief laag bnp hebben vaak juist een groot percentage in de landbouw. 
  • Opkomende economieën hebben een groeiend percentage in de industriesector. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6
  • Hoe beter een land (economisch) is ontwikkeld, deste lager is het sterftecijfer 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6
  • Hoe beter een land (economisch) is ontwikkeld, deste lager is het sterftecijfer

Welke andere demografische indicatoren uit de statistieken kon je ook gebruiken?
- sterfte- en geboortecijfer
- levensverwachting
- bevolkingssgroei 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flashcards bijwerken
Schrijf hier de vraag
B2
1. Noem sociaal-culturele landen indicatoren
2. Noem demografische landen indicatoren
3. Noem economische landen indicatoren
4. Noem politieke landen indicatoren
5. Waarom gebruiken we landen indicatoren en wat zijn de beperkingen?
6. Wat is de relatie tussen het economisch ontwikkelingspeil van het land en de verstedelijkingsgraad en het verstedelijkingstempo?
7. Wat is de relatie tussen het economisch ontwikkelingspeil van het land en de geboorte- en sterftecijfers?
8. Wat is de relatie tussen het economisch ontwikkelingspeil van het land en de verdeling van de beroepsbevolking in de sectoren?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies