Bijles 06.12.2024 periode 2

Bijles
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijles

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning vandaag
  • Stillezen
  • Woordenschat


  • Examentekst en opdrachten (vwo)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2
Leesboek mavo:

Leesboek havo:
Van den vos Reynaerde
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verrijk je woordenschat!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is woordenschat belangrijk?
Een goede woordenschat is belangrijk om goed te kunnen communiceren en begrijpen wat anderen zeggen. Het vergroot ook je leesvaardigheid en je vermogen om nieuwe informatie te begrijpen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit waarom woordenschat belangrijk is.
Hoe kun je je woordenschat vergroten?
Je kunt je woordenschat vergroten door veel te lezen, te luisteren naar anderen, nieuwe woorden op te zoeken en te oefenen met het gebruiken van nieuwe woorden.

Slide 6 - Tekstslide

Geef de leerlingen tips over hoe ze hun woordenschat kunnen vergroten.
Verrijk je woordenschat!
Kom je een onbekend woord tegen?
Schrijf dit op in je woordenschatboekje.
Iedere bijles bespreken wij deze woorden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
 havo:

Waar wil jij deze les aan werken?


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere vormen

Ik heb een Big Mac gegeten .                               VD

Kwijlend nam ik een hap                                        OD

Ik heb zin om een Big Mac te nemen                INF

Geef me eens een Big Mac!                                   GW

Ik eet mijn zojuist gekochte Big Mac                BN


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord (VD)

Begint vaak met BE-, GE-, VER- of ONT-.

Eindigt op:   -EN, -D, -T


Twijfel je tussen -d of -t,  gebruik dan weer  't ex-kofschip

Ik heb een Big Mac gegeten, want die was afgeprijsd.          

Mijn Big Mac was verbrand. Het vlees leek gekookt.           

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onvoltooid deelwoord

geeft aan dat je iets doet, terwijl je ook iets anders doet.

Geeft aan hoe iets gebeurt.

Hele werkwoord + een D


Kwijlend nam ik een hap. 
Pratend met volle mond zag ik hem vies naar me kijken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Infinitief

is het hele werkwoord.

Verandert niet bij veranderen van tijd  (het is tenslotte geen pv!)



Ik heb zin om een Big Mac te eten.      

Ik had zin om een Big Mac te eten.  

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebiedende wijs

Wordt gebruikt als het om een  gebod of bevel gaat.

Staat op de eerste plaats in de zin.

Heeft geen onderwerp bij zich.

Altijd ik-vorm


Geef me een Big Mac!

Braad ze bruin, die frietjes!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk naamwoord

zegt iets over een zelfstandig naamwoord

schrijf je zo kort mogelijk


Ik eet mijn zojuist gekochte Big Mac.

                                   

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De (aanbranden) aardappels zijn weggegooid.
A
aangebranden
B
aangebrandde
C
aanbrandende
D
aangebrande

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(vinden) alsjeblieft die bankpas terug, voor er misbruik van wordt gemaakt.
A
Vond
B
Vindt
C
Vind

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(Worden) je broer later piloot?
A
Word
B
Wordt

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies