Recap past simple / continuous . explanation some/any

English today
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

English today

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • recap: past simple vs past continuous  
  • grammar this week: some or any
  • assignment  

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling: past simple vs past continuous
Past simple (het verleden tijd) is an action that is already finished in the past. 
  • positive sentence: verb + ed. I walked to school yesterday.
  • negative sentence: did + not + verb. I did not walk to school yesterday.
  • question: did + verb ? Did I walk to school yesterday?
Past continuous (duurvorm in het verleden tijd) is an action that was in progress in the past. 
  • positive sentence: was / were + verb + ing. I was walking to school yesterday.
  • negative sentence: was / were + not + verb + ing.  I was not walking to school yesterday.
  • question: was / were + verb + ing? Was I walking to school yesterday?

Wat is het verschil?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de past simple en past continuous?

Slide 4 - Open vraag

I __________ down the stairs, while my sister ____________ T.V.
A
fell / watched
B
was falling / watched
C
fell / was watching
D
was falling / was watching

Slide 5 - Quizvraag

While I _______ a book, my friend ________ me.
A
was reading / called
B
read / was calling
C
was reading / was calling
D
read / called

Slide 6 - Quizvraag

They ________ soccer when it suddenly __________ to rain.
A
played / was starting
B
were playing / started
C
were playing / was starting
D
played / started

Slide 7 - Quizvraag

I _______ to the store when I ______ an old friend.
A
walked / was seeing
B
was walking / was seeing
C
was walking / seed
D
was walking / saw

Slide 8 - Quizvraag

Grammar: some or any
De onbepaalde voornaamwoorden some en any gebruik je om iets aan te geven, maar minder specifiek dan het noemen van een hoeveelheid.

Zo kun je bijvoorbeeld een specifieke hoeveelheid noemen:
  • They need to eat two sandwiches and three bananas.
  • They need to eat (a) few sandwiches and bananas.

Maar je kunt ook some of any gebruiken (minder specifiek):
  • They need to eat some sandwiches and bananas.
  • They don't need to eat any cucumbers.

Slide 9 - Tekstslide

some
Bij een bevestigende / neutrale zin gebruik je some
  • I have some cookies = Ik heb wat / een paar koekjes.

Slide 10 - Tekstslide

any
 Bij een negatieve zin gebruik je any: 
  • I don't have any cookies = Ik heb geen koekjes.
Bij een vragende zin gebruik je any: 
  • Do you have any cookies left? = Heb je wat koekjes over?

Slide 11 - Tekstslide

Er zijn ook uitzonderingen op deze regel die belangrijk zijn om goed te onthouden:
1) Je gebruikt some in een vragende zin waarbij je JA als antwoord verwacht:
  • Can I please have some water? (asking to a waiter) --> je verwacht JA als antwoord...

2) Je gebruikt some in een vragende zin waneer je iemand iets aanbiedt:
  • Would you like to have some coffee? --> je biedt iemand koffie aan...


3) Je gebruikt any in een zin die niet ontkennend of niet vragend is als iets niet uitmaakt:
  • Put on any song you like. I love all kinds of music! --> Maakt niet uit welk nummer je opzet...
  • Give me any food you can find, I am just really hungry. --> Maakt niet uit welk voedsel...

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

I have ________ exciting news!!!
A
any
B
some
C
somebody
D
anybody

Slide 14 - Quizvraag

Would you like ________ sugar with your coffee?
A
some
B
any

Slide 15 - Quizvraag

We can't go ________ with this bad weather!
A
any
B
some
C
anywhere
D
somewhere

Slide 16 - Quizvraag

I think I left _________ important at home this morning
A
some
B
any
C
something
D
anything

Slide 17 - Quizvraag

she hasn't asked _________ about the weather.
A
any
B
some
C
anyone
D
someone

Slide 18 - Quizvraag

we don't have ______ homework!!!
A
some
B
any
C
someone
D
anything

Slide 19 - Quizvraag

In your booooooooooook
do assignments 7 and 8 on page 50
do assignments 16, 17 and 18 on page 57 and 58

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide