4H Economie par. 6.4

Checklist par. 6.3 vraag 31
Wat is geen oorzaak van een verschuiving VAN de prijsvraaglijn?
A
Stijging prijs substitutiegoed
B
Daling prijs complementair goed
C
Stijging prijs product zelf
D
Daling inkomen
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Checklist par. 6.3 vraag 31
Wat is geen oorzaak van een verschuiving VAN de prijsvraaglijn?
A
Stijging prijs substitutiegoed
B
Daling prijs complementair goed
C
Stijging prijs product zelf
D
Daling inkomen

Slide 1 - Quizvraag

Het verloop van een prijsvraaglijn
Blauwe lijn: noodzakelijk goed
Als de prijs veel verandert, 
verandert q weinig

Rode lijn: luxe goed
Als de prijs licht verandert,
verandert q veel

Slide 2 - Tekstslide

Prijselasticiteit
Meten hoe sterk de gevraagde hoeveelheid reageert op een prijsverandering:

Procentuele verandering gevraagde hoeveelheid
Epv = ----------------------------------------------------------------
Procentuele verandering van de prijs

Slide 3 - Tekstslide

Welke formule gaan we dus heel vaak nodig hebben?
A
( Nieuw - Oud ) / Oud x 100
B
( Nieuw - Oud ) / Nieuw x 100
C
( Oud - Nieuw ) / Oud x 100
D
( Oud - Nieuw ) / Nieuw x 100

Slide 4 - Quizvraag

Poud = 100, Qoud = 4.800
Pnieuw = 120, Qnieuw = 4.160
Hoe groot is de prijselasticiteit?

Slide 5 - Open vraag

% verandering q = ( 4160 - 4800 ) / 4800 x 100% = - 13,3%

% verandering p = ( 120 - 100 ) / 100 x 100% = 20%

Epv = -13,3 / 20 = -0,67

Slide 6 - Tekstslide

Qv = -8p + 4.000
De prijs wordt verlaagd van € 400,- naar € 360,-
Hoe groot is de prijselasticiteit

Slide 7 - Open vraag

Poud = 400, Qoud = -8 x 400 + 4.000 = 800
Pnieuw = 360, Qnieuw = -8 x 360 + 4.000 = 1.120

%verandering Q = ( 1120 - 800 ) / 800 x 100 = 40%
%verandering P = ( 360 - 400 ) / 400 x 100 = -10%

Epv = 40 / -10 = -4

Slide 8 - Tekstslide

Prijselasticiteit
De uitkomst van de prijselasticiteit geeft weer met hoeveel % de afzet zal dalen als de prijs met 1%  stijgt

Als de Epv < -1 ( bijv. -1,5 ) is dit een sterke reactie ----> elastisch

Als -1<Epv<0 ( bijv. -0,5 ) is dit een zwakke reactie --> inelastisch

Slide 9 - Tekstslide

Bij prijsonafhankelijke goederen is de vraag volkomen ..(1). De waarde van de Epv is dan ..(2)
A
(1): inelastisch (2): 0
B
(1): inelastisch (2): -1
C
(1): elastisch (2): 0
D
(1) elastisch (2): -1

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Bij een prijs van € 4,- is de vraag naar een product 1,2 miljoen. De onderneming verhoogt de prijs naar € 4,20. De prijselasticiteit is -0,8. Hoe groot wordt de vraag?

Slide 12 - Open vraag

Uitwerking
% verandering p = ( 4,20 - 4,00 ) / 4,00 x 100% = 5%                                  
 %verandering q                                ?                                       
Epv    = ---------------        ->      -0,8 = ----                                           
                    % verandering p                           5                                                  

? = -0,8 x 5 = -4%    ---> Qnieuw = 0,96 x 1,2 = 1,152 miljoen         

Slide 13 - Tekstslide

Hw. 
Checklist par. 6.4

Slide 14 - Tekstslide