Lezen en Literaire begrippen - les 3

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Kijken en Luisteren: De avondshow
  • Nakijken opdracht 4 en 5
  • Alinea's, kernzinnen en verbanden in teksten
  • Lezen tekst 3 en 4
  • Zelfstandig aan het werk: 6 t/m 9

Slide 2 - Tekstslide

Fatbikes

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

iets dat is ontworpen om zo comfortabel en efficiënt mogelijk te zijn voor de gebruiker
iets dat ongemakkelijk of gênant is
de positie of rang die iemand in de maatschappij heeft
iets dat snel en sterk toeneemt of groeit
Status
Explosief
Cringe
Ergonomisch

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de reden dat de PVV-minister het moeilijk vindt om een helmplicht alleen voor fatbikes in te voeren?

Hij vindt...
A
dat een helmplicht voor alle elektrische fietsen moet gelden.
B
dat een helmplicht voor alle fietsen moet gelden.
C
dat een helmplicht voor alle fatbikes moet gelden.
D
dat een helmplicht voor alle kinderen moet gelden.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste reden waarom kinderen fatbikes cool vinden?

A
Fatbikes zijn duur en daarom cool.
B
Fatbikes zijn snel en daarom cool.
C
Fatbikes zijn comfortabel en daarom cool.
D
Fatbikes zijn uniek en daarom cool.

Slide 7 - Quizvraag

Welke oplossing wordt er in de tekst gegeven om fatbikes minder cool te maken?
A
Fatbikes moeten duurder worden.
B
Fatbikes moeten langzamer worden.
C
Fatbikes moeten lelijker worden.
D
Fatbikes moeten gevaarlijker worden.

Slide 8 - Quizvraag

Herhaling Lezen onderbouw
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen onderwerp en hoofdgedachte. 
Ik kan uitleggen welke doelen een tekst kan hebben.
Ik kan uitleggen welke functies een titel kan hebben.
Ik kan uitleggen wat de functies van de inleiding en het slot zijn.
Ik kan kernzinnen herkennen in alinea's.
Ik kan verbanden tussen tekstgedeelten herkennen en benoemen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Alinea's en kernzinnen
Een tekst is opgebouwd uit alinea's. Een goede alinea bevat één hoofdgedachte die in één zin is geformuleerd: de kernzin. De kernzin is meestal de eerste zin van de alinea, soms de tweede zin als de eerste zin een structurerende of verbindende zin is. In een enkel geval is de kernzin de laatste zin van de alinea.

Slide 12 - Tekstslide

Verbanden in teksten
Een tekst is begrijpelijk en prettig om naar te luisteren wanneer de verbanden tussen de zinnen en de deelonderwerpen duidelijk worden aangegeven. Op die manier herken je de structuur van de tekst. Verbanden kun je aangeven met signaalwoorden.

Slide 13 - Tekstslide

Verbanden in teksten
verband
signaalwoorden
opsommend
ook, tevens, bovendien, daarnaast, vervolgens, ten eerste...
tegenstellend
maar, echter, toch, niettemin, daarentegen...
chronologisch
eerst, dan, daarna, toen, uiteindelijk...
oorzakelijk
doordat, daardoor, als gevolg van...
toelichtend
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou
voorwaardelijk
als, indien, wanneer, in het geval dat, tenzij, mits

Slide 14 - Tekstslide

Verbanden in teksten
verband
signaalwoorden
vergelijkend
zoals, net zo ... als, evenals, meer dan...
redengevend
daarom, omdat, derhalve, want, immers...
doel-middel
om te, met de bedoeling om, opdat, zodat, daarvoor, waarvoor, door... te
toegevend
ook al, zij het dat, weliswaar, hoewel, ofschoon
samenvattend
kortom, samengevat, al met al
concluderend
dus, daarom, concluderend, kortom, als met al, dan ook

Slide 15 - Tekstslide

Tekst 3 en 4

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk 16/12
H1 Lezen
Paragraaf 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing 
Opdracht 6 t/m 9 online of in je schrift.

Slide 17 - Tekstslide