1.3 Ademhalen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Basisstof 4: Longblaasjes

Leerdoelen

Je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven.

Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.

(Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen. -KGT)

Longblaasjes

Aan het eind van de bronchiën

Om longblaasjes zitten longhaarvaten

Gaswisseling:

Aan de slag

Opdracht 1-3, 5 en 6 op bladzijde 30-35

Ademhalen

Je gebruikt de ademhalingsspieren

middenrif, buikspieren en tussenribspieren

Ademhalingsspieren

Ademhaling

2 soorten ademhaling

• borstademhaling
• buikademhaling

Borstademhaling

ribben en borstbeen bewegen

inademen: tussenribspieren spannen aan, ribben en borstbeen bewegen omhoog, longen worden groter

uitademen: tussenribspieren ontspannen, ribben en borstbeen bewegen omlaag, longen worden kleiner

Buikademhaling

middenrif en buikwand bewegen

inademen: middenrif trekt samen en beweegt omlaag, borstholte wordt groter, longen worden groter

uitademen: middenrif ontspant en beweegt omhoog, borstholte en longen worden kleiner

Aan de slag

Opdracht 1-4 op bladzijde 28-30

Waardoor kan er gaswisseling plaatsvinden in de longblaasjes?

1. Doordat de wanden van het longblaasje en bloedvat erg dun zijn
2. Omdat de luchtweg naar het longblaasje erg lang is
3. Doordat de luchtpijp omringd is met kraakbeenringen
4. Omdat het middenrif de borstholte en de buikholte scheidt

Welke stof wordt er in de longblaasjes door het bloed afgegeven?

1. Zuurstof
2. Koolstofdioxide
3. Glucose
4. Natriumchloride

Toets

Op 5 december komt er een toets over thema 1