Methodiek les 6: schriftelijk rapporteren

Is de eerste indruk altijd de goede?
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
methodiek 2 pwMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Is de eerste indruk altijd de goede?

Slide 1 - Tekstslide

Wat zag jij?
Een kerstman
Een doodshoofd
Wat anders

Slide 2 - Poll

Welkom bij les 6 Methodiek 2

Slide 3 - Tekstslide

Programma les 6
Terugblik op vorige week: observatieplan maken
Les 6 gaat over Rapporteren


Slide 4 - Tekstslide

Wanneer eindtoets?


In toetsweek!!

Toets: maken observatieplan en rapporteren

Slide 5 - Tekstslide

Een observatieplan maken: casus Nancy
Jij bent begeleider in een jeugdzorg instelling. Jij werkt op de groep met jongens en meisjes van 8-12 jaar. Nancy, een meisje van 9, laat de hele dag al vervelend gedrag zien. Zij is heel druk, schreeuwt veel, huilt erg vaak en wil nergens aan meedoen. Wanneer jij met een groepje kinderen een spel aan het spelen bent, komt zij steeds langs om te schreeuwen dat het stom is en dat iedereen gek is. Zij wil zelf niet meedoen met het spelletje. Zij pakt voortdurend spelmateriaal van kinderen af.

Slide 6 - Tekstslide

Stappenplan casus Nancy

Pak je opdracht van vorige week erbij...

Slide 7 - Tekstslide

Stap 2: Wat is de vraagstellig van je observatie?

Slide 8 - Open vraag

Een observatieplan maken: casus Nancy
Stap 2 
Doel:

- Ontdekken in welke verschillende situaties Nancy het gedrag vertoont dat als vervelend wordt ervaren.

De vraagstelling:
- In welke verschillende situaties vertoont Nancy het gedrag dat als vervelend wordt ervaren?



Slide 9 - Tekstslide

Een observatieplan maken: casus Nancy
Stap 2 

Doel en vraagstelling in stap 2.

Wat nog meer?


Slide 10 - Tekstslide

Een observatieplan maken: casus Nancy
Stap 3
 
Voorbeelden concreet gedrag
Huilen, Schreeuwen, Rennen, Met spullen gooien
- Spullen afpakken van andere kinderen
- Spullen afpakken van de pm’ers
- Alleen een activiteit doen
- Samen een activiteit doen met andere kinderen
- Samen een activiteit doen met de pm’ers
- Glimlachen















Slide 11 - Tekstslide

Een observatieplan maken: casus Nancy
Stap 4

Voorbeelden observatiecategorieen

- Positief gedrag
- Negatief gedrag
- Samen
- Individueel


















Slide 12 - Tekstslide

Extra uitleg: stap 4 observatie categorieën 

Slide 13 - Tekstslide

Een observatieplan maken: casus Nancy
Stap 6
Tijdstippen

Je kan er voor kiezen om gedrag continu of op bepaalde momenten te observeren
of op bepaalde gebeurtenissen


















Slide 14 - Tekstslide

De lesdoelen les 6
Na afloop van de les:
• Kent de student de verschillende vormen van rapporteren
• Kan de student verschillende vormen van rapporteren toepassen

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Rapporteren: 
Verslag doen van wat er is gebeurd
 

Slide 16 - Tekstslide

Waarom rapporteer je?

Slide 17 - Woordweb

Waarom rapporteer je?

  • Informeren
  • Evalueren
  • Adviseren
  • Verantwoorden
  • Signaleren

Slide 18 - Tekstslide

Objectief
Een raportage moet altijd objectief zijn 

Slide 19 - Tekstslide

Vormen van rapportages
Overdracht
Dagboek 
Voortgangsverslag
Observatieverslag
Formulieren 
Dossier 

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht: Vormen van rapportages


Lees paragraaf 8.4 van je boek (blz 104-105)

Ik ga jullie hier straks een aantal vragen over stellen

Hiervoor krijgen jullie 3 minuten
timer
3:00

Slide 21 - Tekstslide

Je gebruikt deze rapportage om je collega te informeren die je overneemt
A
dagboek
B
observatieverslag
C
overdracht
D
dossier

Slide 22 - Quizvraag

Welke is een voorbeeld van een voortgangsverslag?
A
schoolrapport
B
een informatieboek van het kinderdagverblijf
C
intakeformulier
D
verslag van een observatie

Slide 23 - Quizvraag

In het dagboek kunnen de knutselwerkjes van het kind komen
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Een observatieverslag schrijf je bij wisseldiensten
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Een dossier is een verzameling van rapportages
A
GOED
B
FOUT

Slide 26 - Quizvraag

Mondeling of schriftelijk
Mondeling: tussendoor tijdens het werk, tijdens een teamoverleg en tijdens een geplande afspraak.
Schriftelijk: vastleggen, overdracht formulier, observatieverslag, etc. 
Je kunt ook nog vastleggen door te filmen, geluidsopname, foto maken etc.

Slide 27 - Tekstslide

Volgende week
Schriftelijke rapporteren

De voorwaarden
De voor- en nadelen
Hoe maak je een goede schriftelijke rapportage?

Slide 28 - Tekstslide

Het huiswerk
- Lees hoofdstuk 8.3.2 Schriftelijke rapportage + Aandachtspunten (blauwe kader op p. 104)

Schrijf 2 verslagen over casus Aline:

1. Schrijf een stukje voor in het schrift van de ouders van Aline over die dag.
2. Schrijf een stukje voor jouw collega, die morgen in de groep werkt over Aline.

Volgende week bespreken we het na

Slide 29 - Tekstslide

Ik weet welke verschillende vormen van rapporteren er zijn
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Ik zou nog extra uitleg willen hebben over:

Slide 31 - Open vraag

tot volgende week

Slide 32 - Tekstslide