B1c mardi 27 février 2024

B1c mardi 27 et jeudi 29 février 2024
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

B1c mardi 27 et jeudi 29 février 2024

Slide 1 - Tekstslide

B1c Bonjour!
!
* Ga direct en rustig zitten op je eigen plaats
* Pak je spullen:
     agenda, pen, chromebook, boeken, schrift
* Zet je tas op de grond naast je tafel
Houd je aan onze       afspraken!
Ze gelden zodra je    het lokaal binnenkomt!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Lesdoelen
In deze les
  • Frans Bijvoeglijk naamwoord
    (herhalen en oefenen!!)
  • Mentorzaken

mais d'abord ....

Slide 4 - Tekstslide

dinsdag  12/ 3/ 2024

Leren

(af)Maken :
>oefenboekje grammatica helemaal AF
>lijstje vragen over de stof



Slide 5 - Tekstslide

donderdag  29/ 2/ 2024
BOEK B

Leren
Unité 5 - p. 25
(af)Maken :
Unité 5 - ex. 16 c, d (p. 26)
                 én ex. 16 f, g, h (p. 46)

MEENEMEN
Boek B + mentor-toetsweekbk


Slide 6 - Tekstslide



Het 
Bijvoeglijk Naamwoord

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De vorm 1
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort:

le garçon est grand      de jongen is groot         ( le grand   garçon)
la fille        est grande    het meisje is groot        ( la grande fille)


Slide 9 - Tekstslide

De vorm 2
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord

le garçon est grand      de jongen is groot  (mannelijk enkelvoud)

la fille        est grande    het meisje is groot (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 10 - Tekstslide

De vorm 3
Een VROUWELIJK bijvoeglijk naamwoord krijgt een e

le garçon est grand      de jongen is groot  (mannelijk enkelvoud)

la fille        est grande    het meisje is groot (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 11 - Tekstslide

De vorm 4
Een VROUWELIJK bijvoeglijk naamwoord krijgt een e,
behalve als het bijv.nw. al op een -e eindigt.

le pull   est jaune  (mannelijk enkelvoud)

la page est jaune (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 12 - Tekstslide

Kies het juiste bijv.naamw.
Une .... chambre
A
petit
B
petite

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste bijv.naamw.
La ... maison
A
grand
B
grande

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste bijv.naamw.
Le cousin est ....
A
joli
B
jolie

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste bijv.naamw.
Une fleur ....
A
vert
B
verte

Slide 16 - Quizvraag

Dit moet je ook nog weten (over de vorm)
Als het bijvoeglijk naamwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord dat in het meervoud staat, dan krijgt het een -s

le pull bleu     -> les pulls bleus
la jupe bleue -> les jupes bleues




Slide 17 - Tekstslide

Dit moet je ook nog weten (over de vorm)
MAAR, als het bijv.nw. op een S eindigt, komt er geen extra s 
le   garçon   français  = de Franse jongen
les garçons français = de Franse jongens


Slide 18 - Tekstslide

Leer de uitzonderingen uit je hoofd
Sommige vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden vorm je een beetje anders:

blanc -> blanche
long   -> longue
Leer die gewoon uit je hoofd!

Slide 19 - Tekstslide

Dit moet je weten over de plaats (1)
REGEL:
Het Franse bijvoeglijk naamwoord staat 
achter het zelfstandig naamwoord

la page jaune, les pages jaunes
le pull noir, les pulls noirs

Slide 20 - Tekstslide

Dit moet je weten over de plaats (2)
REGEL: Het Franse bijvoeglijk naamwoord staat achter het zelfst. nw.

BEHALVE
  1. alle rangtelwoorden (eerste, tweede, etc.)
  2. beau (belle), petit(e), grand(e), joli(e), beau (belle), nouveau (nouvelle), long(ue), bon(ne), vieux (vielle)

une petite fille, un grand garçon, une belle maison, un nouveau pull, une longue promenade

Slide 21 - Tekstslide

Donc 
Als je een Frans bijvoeglijk naamwoord gebruikt, moet je
letten op
  1. de vorm (mannelijk, vrouwelijk? enkel- of meervoud?)
  2. de plaats (achter znw, behalve ......)

[ dit staat ook in je boek Unité 5 p. 25, 37, 38]

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

In welke zin is het bijv.nw. juist?
(let op vorm + plaats)

A
une tortue petit
B
une tortue petite
C
une petit tortue
D
une petite tortue

Slide 24 - Quizvraag

Zet het bijv.nw. in de zin:
(noir) Une ........ voiture .......

Slide 25 - Open vraag

Zet het bijv.nw. in de zin:
(français) Deux ...... filles .......

Slide 26 - Open vraag

Zet het bijv.nw. in de zin:
(grand) La ...... maison ........

Slide 27 - Open vraag

Open Magister
Ga naar
->Leermiddelen - Frans
-> Unité 5
-> 5.5 Grammaire II
-> ex. 16 a, b, c, d (vanaf p. 25)
-> ex. 16 f, g, h (p. 46)
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Ik snap het Franse bijvoeglijk naamwoord
Helemaal niet
Nog niet zo goed
Redelijk goed
Heel goed

Slide 29 - Poll

Ik heb deze les Frans .... geleerd
veel
niets
een beetje

Slide 30 - Poll

Mentorzaken
Boekje toetsweek
> stof voor de verschillende vakken
> ouderavond
> ....

Slide 31 - Tekstslide

We hebben gewerkt aan het Bijvoeglijk Naamwoord.
Je hebt het planningsboekje voor de Toetsweek.
Pak nu rustig je tas in.
Wacht op je stoel tot de bel gaat.
Schuif dan je stoel aan en verlaat het lokaal.

Slide 32 - Tekstslide