Over Taal - Bijspijkeren

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Start van de les

  • open Quizlet, open Nederlands Basis 2 - Hondsrug college
            

  •  Start met oefenen Nieuwsbegrip week 11

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over taal
 - Bijspijkeren 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doelen Over Taal blok 4-6
  • stappenplan moeilijke woorden
  • je kent verschillende soorten talen
  • je weet wanneer je ALS of DAN gebruikt
  • je weet wat samenstellingen zijn
  • je kent de betekenis van de woorden uit Quizlet

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de stappen van het ‘Stappenplan moeilijke woorden’ in de juiste volgorde.
Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd.
Kijk naar bekende stukjes in het woord.
Kijk naar de plaatjes bij de tekst.
Vraag de betekenis of zoek het op in een woordenboek.

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twents, doar is nait wot mis mee!
A
chattaal
B
dialect
C
jongerentaal

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hé Pee, wat ben je vandaag saggo.
A
chattaal
B
dialect
C
jongerentaal

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hajj, BIL . Pcm ff, wens me suc6. Grtjs
A
chattaal
B
dialect
C
jongerentaal

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 10 - Open vraag

Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas
Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 11 - Open vraag

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Hij is groter als/dan zij.
A
als
B
dan

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij is net zo lief .... zij.
A
als
B
dan

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij is net zo groot ......
A
als mij
B
dan mij
C
als ik
D
dan ik

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijspijkeren - over taal - Kies uit les 4.12 of 5.10 of 6.10
timer
10:00
Klaar?
  • oefenen  Quizlet !!!!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • Doelen herhalen
  • Huiswerk: Bijspijkeren over taal - 4.14 afmaken en Quizlet blok 6 + Nieuwsbegrip 10 oefenen
  • Volgende les: Bijspijkeren 5.9 herhalen 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies