borden in het magazijn

Borden in het magazijn
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Borden in het magazijn

Slide 1 - Tekstslide

Gebodsborden:
  • vertellen je dat je iets moet doen
  • hebben een blauwe achtergrond
  • witte afbeelding 

Slide 2 - Tekstslide

Soorten borden:

  • Gebodsborden
  • verbodsborden
  • waarschuwingsborden
  • reddingsborden
  • brandbestrijdingsborden 

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent dit gebodsbord?
A
Veiligheidsgordel verplicht
B
Veiligheidsbril verplicht
C
Veiligheidshelm verplicht
D
Veiligheidsschoenen verplicht

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent dit gebodsbord?
A
Oordoppen verplicht
B
Gehoorbescherming verplicht
C
Oorwarmers dragen verplicht
D
Hard praten in verband met lawaai

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent dit gebodsbord?
A
Pas op met bril dragen
B
Zonnebril verplicht
C
Veiligheidsbril verplicht
D
Met mensen met bril alleen toegang

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent dit gebodsbord?
A
Pas op! koud hier, draag handschoenen
B
Handschoenen verboden
C
Klap eens in je handen
D
Veiligheidshandschoenen verplicht

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent dit gebodsbord?
A
Voeten vegen verplicht
B
Schoenen uit doen verplicht
C
Geen toegang met schoenen
D
Veiligheidsschoenen verplicht

Slide 8 - Quizvraag

Verbodsborden:
  • verbieden juist iets
  •  zijn wit met een rode rand
  • afbeelding is zwart
  • door de afbeelding staat een rode streep

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent dit verbodsbord?
A
Lucifers aanwezig
B
Vuur, open vlam en roken verboden
C
Lucifers op
D
Pas op voor vuur!

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent dit verbodsbord?
A
Niet alleen blijven
B
Verboden te rennen
C
Verboden voor voetgangers
D
Verboden te staan

Slide 11 - Quizvraag

Mag je dit water drinken?
A
Ja, het is drinkwater
B
Nee, dit is geen drinkwater

Slide 12 - Quizvraag

Mogen onbekenden hier betreden?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Verboden om:
A
Met water te blussen
B
Een emmer met water te gebruiken
C
Te blussen
D
Het vuur uit te maken

Slide 14 - Quizvraag

Bij dit bord:
A
Mag je niet zwaaien
B
Mag je geen high-five geven
C
Mag je niets aanraken
D
Mag je maar 1 hand gebruiken

Slide 15 - Quizvraag

Verboden voor:
A
Vervoersmiddelen
B
Te snel rijden op heftruck
C
Transportmiddelen
D
Transportmaterialen

Slide 16 - Quizvraag

Waarschuwings-borden:
  • waarschuwen je voor een gevaar
  • zijn driehoekig van vorm
  • zijn geel met een zwarte rand
  • afbeelding op het bord is zwart 

Slide 17 - Tekstslide


A
Let op: Struikelblok
B
Let op!
C
Let op: glad
D
Let op: gevaar!

Slide 18 - Quizvraag


A
Let op: brand!
B
Let op: brandbaar
C
Let op: stoffen die snel in de brand vliegen
D
Let op: brandgevaar!

Slide 19 - Quizvraag


A
Pas op voor de vingers
B
Handschoenen verplicht
C
Let op: scherpe onderdelen
D
Let op: machine met draaiende onderdelen

Slide 20 - Quizvraag


A
Pas op: bom!
B
Let op: landmijn
C
Let op: stoffen die kunnen ontploffen
D
Pas op: vliegende scherven

Slide 21 - Quizvraag


A
Let op: je mag hard rijden met de heftruck
B
Let op: overstekende heftrucks
C
Let op: Gevaar voor rondrijdende transportvoertuigen
D
Let op: 4 wiel voertuigen in aantocht

Slide 22 - Quizvraag


A
Pas op: glad ijs!
B
Pas op: net gedweild!
C
Pas op: obstakels!
D
Pas op: gevaar om uit te glijden!

Slide 23 - Quizvraag


A
Let op: gevaar voor hand tussen de deur
B
Let op: gevaar voor vingers te breken
C
Let op: gevaar voor wonden aan de hand
D
Let op: 1 hand maar gebruiken

Slide 24 - Quizvraag


A
Let: takel gevaar
B
Let op: zwevende kisten
C
Let op: hangende last
D
Let op: container verplaatsing

Slide 25 - Quizvraag


A
Pas op: gevaarlijk kruispunt
B
Pas op: schadelijke stoffen ( huid, ogen, neus)

Slide 26 - Quizvraag

Andere borden
In een groothandel kom je ook nog andere borden tegen zoals;
  • reddingsborden; zijn belangrijk als er een ongeluk gebeurt (is)
  • brandbestrijdingsborden; geeft aan waar je een brandbestrijdingsmiddel, zoals een brandblusser, kunt vinden

Slide 27 - Tekstslide

Welk bord geeft een nooduitgang aan?
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag

Welk bord staat voor EHBO
A
B
C
D

Slide 29 - Quizvraag

Welke borden geven aan dat je een douche moet nemen?
2 antwoorden
A
B
C
D

Slide 30 - Quizvraag

Brandbestrijdingsborden:

  • geven aan waar je brandbestrijdingsmiddelen kunt vinden
  • zijn vierkant en rood
  • hebben een witte afbeelding 

Slide 31 - Tekstslide


A
Brandblusapparaat
B
Brandslang
C
Blusdeken
D
Brandmelder

Slide 32 - Quizvraag

Etiketten en logo's
In een magazijn kom je niet alleen borden tegen. Op goederen zitten ook nog etiketten, logo's en merktekens. 
Deze waarschuwen je of helpen je juist. 

Je hebt verschillende etiketten zoals:
- Behandelingsetiket laat zien hoe je het product moet behandelen. 
- Gevarenetiketten; waarschuwt je dat er een risico aan het product zit. 

Slide 33 - Tekstslide


Slide 34 - Open vraag


Slide 35 - Open vraag


Slide 36 - Open vraag


Slide 37 - Open vraag


Slide 38 - Open vraag


Slide 39 - Open vraag

Gevaren etiket

Gevaarlijke stoffen zijn voorzien van een gevarenetiket. Deze waarschuwt je dat er een risico aan het product zit. Het is bijvoorbeeld giftig.

Slide 40 - Tekstslide


Slide 41 - Open vraag

Logo's
In het magazijn kom je ook nog een aantal logo's tegen. Elk logo heeft een andere betekenis.

Slide 42 - Tekstslide


A
Nederlandse milieulogo
B
Europees milieulogo
C
Eco-label
D
Kringlooplogo

Slide 43 - Quizvraag


A
Nederlands eco-label
B
Europees milieu logo
C
Kringlooplabel
D
EKO-logo

Slide 44 - Quizvraag


A
Produkt op chemische manier is geteeld
B
Produkt is hergebruikt
C
Produkt is door bosbeheer goedgekeurd
D
Produkt is op een natuurlijke manier geteeld

Slide 45 - Quizvraag


A
Milieukeurmerk
B
Eco-label
C
Kringlooplogo
D
FSC-keurmerk

Slide 46 - Quizvraag


A
Produkt voldoet aan alle richtlijnen in de Europesie Unie
B
Produkt voldoet niet aan alle richtlijnen in de Europese Unie

Slide 47 - Quizvraag


A
Staat voor goed gekapt hout
B
Staat voor bomen die met liefde geplant zijn
C
Staat voor goed bosbeheer; bos is goed beheerd
D
Staat voor kapgebied van bomen

Slide 48 - Quizvraag

Zijn er nog vragen en of opmerkingen?

Slide 49 - Open vraag


A
Brandweer bellen
B
Brandmelder
C
Brandblusapparaat
D
Brandslang

Slide 50 - Quizvraag


Slide 51 - Open vraag

Bij dit bord mag je:
A
Niet blowen
B
Niet roken
C
Niet stomen
D
Niet stoken

Slide 52 - Quizvraag


Slide 53 - Open vraag