Spaans V4 les 8 brief Spaans laatste alinea

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

El objetivo de la clase es.........

La clase anterior

Habla en holandés con tu compañero/a de clase sobre la clase anterior con ayuda de estas preguntas:

1. ¿Cuándo usas el imperfecto en tu carta?

2. ¿Cuándo usas el indefinido?

3. ¿Puedes decir 3 adjetivos (bijv. nwd) en español con el significado de bonito?

4. Si tienes tiempo el yo indefinido de estar, andar, ver, tener

REPASAR EL INDEFINIDO

Escribe con tu compañero/a en la hoja amarilla

1.  las terminaciones del indefinido regular.

2. las terminaciones del indefinido irregular como estar, tener, etc

3. el indefinido de ser/ir/hacer

REPASAR EL INDEFINIDO

Necesitas:

un dado

un papel/cuaderno

las tarjetas

en dúos

Escribe la forma correcta del indefinido en tu cuaderno después corriges con tu compañero/a de clase.

El objetivo de hoy es

TERMINAR TU CARTA

Mira esto texto y habla con tu compañero sobre lo que puedes cambiar (= veranderen)

Visité un templo. El templo está un poco en el bosque fuera del pueblo Tulum. El templo era muy grande pero muy bonito decorado. El templo también es muy antiguo.

Welke 2 dingen vallen jullie op?

Tu carta

1. 1a parte: introducción y información del país
2. 2a parte: el viaje de ida
3. 3a parte: excursión a un monumento/ un fenómeno natural 
4. 4a parte: el viaje de vuelta
5. 5a: terminar la carta
6. laatste check controle!!

Escribir 3e parte

Schrijf het 3e deel van je brief over een excursie die je hebt gedaan naar een natuurbezienswaardigheid/monument/stad. Verwerk hierin het volgende

• minimaal 3 bijvoeglijke naamwoorden uit de lijst uit je reader
• Wanneer heb je het natuurbezienswaardigheid/monument/stad bezocht?
• Vertel hoe het heet.
• Waar ligt het?
• Hoe ging je ernaar toe en met wie?
• Geef een beschrijving van het natuurbezienswaardigheid.
• Welke activiteiten deed je daar? Bijv. zwemmen, klimmen, etc..

Escribir 4e parte y el final: 

Schrijf het 4e deel van je brief over je terugreis.

• Op welke dag ging je weg?
• Hoe ging je naar het vliegveld?
• Met wie ging je?
• Moest je lang wachten op het vliegveld?
  
• Hoe lang deed je erover op de terugreis?
• Wat deed je op de terugreis? 
• mag in andere alinea:
• vertel wat je van je reis vond en eindig met
• 
  

Me gustaría volver (ik zou terug willen gaan), porque.......

Un saludo,

handtekening 

en eronder je naam

La evaluación

Levanta la mano si estás de acuerdo:

1. Ik heb de terug reis in het Spaans geschreven.

2. Ik heb het slot van mijn brief in het Spaans geschreven.

3. Ik begrijp wanneer ik de imperfecto moet gebruiken.

4. Ik kan de onregelmatige werkwoorden in de indefinido vervoegen.

5. Ik weet hoe ik me moet voorbereiden op de schrijfvaardigheidstoets na de vakantie (let op 45 min!)