toets burgerschap economisch

toets burgerschap
economische dimensie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

toets burgerschap
economische dimensie

Slide 1 - Tekstslide

wat is een arbeidsmarkt
A
plek waar werkgevers werkzoekenden vinden
B
arbeidsbureau
C
plek waar werkgevers en werkzoekenden elkaar vinden

Slide 2 - Quizvraag

wat hoort hier niet bij
A
detacheringsbureau
B
vacature
C
open sollicitatie
D
personeelsadvertentie

Slide 3 - Quizvraag

weinig mensen die in een sector willen werken is een …… arbeidsmarkt
A
ruime
B
krappe

Slide 4 - Quizvraag

wanneer krijg je WW?
A
wanneer je op staande voet ontslagen bent
B
wanneer je geen baan hebt
C
wanneer je ontslagen wordt na een jaar
D
wanneer je je vakantiebaan kwijt bent

Slide 5 - Quizvraag

hoe noem je de belasting over producten die je in de winkel koopt.
A
inkomstenbelasting
B
BTW
C
accijns

Slide 6 - Quizvraag

wat is een verzorgingsstaat?
A
de overheid zorgt voor veiligheid
B
iedereen is verantwoordelijk voor zijn/haar eigen omgeving
C
de overheid zorgt actief voor welvaart en welzijn van de burger

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor een verzekering is AOW?
A
werknemersverzekering
B
volksverzekering

Slide 8 - Quizvraag

wat doet een vakbond?
A
behartigt de belangen van werkgevers
B
behartigt de belangen van werknemers

Slide 9 - Quizvraag

wat is een CAO
A
een wettelijke afspraak over arbeidsvoorwaarden
B
een ziektekostenverzekering
C
een spaarregeling voor werknemers

Slide 10 - Quizvraag

wat doet de ARBO
A
zorgt voor een gezonde en veilige werkplek
B
controleert bij ziekte de werknemer

Slide 11 - Quizvraag

hoe noem je de werkloosheid wanneer je na je opleiding een baan zoekt
A
seizoenswerkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
frictiewerkloosheid
D
structurele werkloosheid

Slide 12 - Quizvraag

bepaald werk (bv. in een ijssalon)kun je maar in een periode van het jaar doen. Buiten die periode ontstaat er ...
A
Structurele werkloosheid
B
seizoens werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 13 - Quizvraag

je gaat elke week wandelen met een bewoner uit een verzorgingshuis.
Wat is dit:
A
informele arbeid
B
formele arbeid

Slide 14 - Quizvraag

Freek werkt 20 jaar in de bouw en heeft problemen met het gehoor.
Kan Freek een beroepsziekte hebben?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je rente van spaargeld?
A
Inkomen uit arbeid
B
overdrachtsinkomen
C
inkomen uit bezit

Slide 16 - Quizvraag

bij welke uitgave hoort vakantie?
A
huishoudelijke uitgave
B
incidentele uitgave
C
vaste lasten

Slide 17 - Quizvraag

wat hoort niet bij huishoudelijke uitgave
A
kapper
B
verzekering
C
eten en drinken

Slide 18 - Quizvraag

wat is budgetteren?
A
een overzicht maken van je inkomsten en uitgaven
B
het aanpassen van je uitgaven aan je inkomsten

Slide 19 - Quizvraag

hoe maak je een overzicht van je inkomsten en uitgaven?
A
spaarrekening
B
huishoudboekje
C
begroting
D
salaris

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer je met pensioen gaat heb je dan meer of minder te geld te besteden dan wanneer je een baan hebt?
A
meer
B
minder

Slide 21 - Quizvraag

wanneer heb je schuld?
A
wanneer je een rekening krijgt
B
wanneer je niet op tijd betaalt

Slide 22 - Quizvraag

wat doet BKR
A
registreren van je schuld
B
registreren van je studieschuld
C
registreren van schulden boven €250,00
D
registreren van schulden boven €1000,00

Slide 23 - Quizvraag

hoe noem je alle reclame die te maken heeft met het WK voetbal
A
actie reclame
B
thema reclame
C
inhakende reclame

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noem je: niet officiële reclame maken voor een product
A
reclame op TV
B
sluikreclame
C
aanbieding
D
ideële reclame

Slide 25 - Quizvraag