1.8 Test Jezelf

1.8 Test Jezelf 

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.8 Test Jezelf 

Slide 1 - Tekstslide

Korte herhaling van de vorige les...

Slide 2 - Tekstslide

Waarom zijn leestekens
belangrijk?

Slide 3 - Woordweb

Je ziet beter wat de schrijver bedoelt:

Henk zei: 'Marieke, ik ben verliefd je.' 

'Henk,' zei Marieke. 'Ik ben verliefd op je.' 

In zin 1 is hij verliefd op haar. In zin 2 is zij verliefd op hem. 
Door de leestekens zie je wat er wordt bedoeld. 

Slide 4 - Tekstslide

Waarom worden in reclames
veel !!! en ??? gebruikt?

Slide 5 - Woordweb

Er staat: 'Nu we je aandacht hebben, ga naar Subway'

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen
enkelvoud en meervoud?

Slide 7 - Woordweb

Enkelvoud

ik 
jij
hij/zij/u
Meervoud

wij
jullie
zij

Slide 8 - Tekstslide

De stam van het werkwoord vind je door -en eraf te halen 

Lopen - lop 

Soms moet je dan een klinker toevoegen, omdat het anders niet lekker klinkt:
ik lop - ik loop 

Slide 9 - Tekstslide

Lopen is een heel werkwoord. 
Een heel ww vind je door wij ervoor te zetten. 
Wij lopen - dat kan, dus is lopen een heel ww. 

Een ander woord voor het hele werkwoord, is: 
infinitief. 

Dat is Frans. 

Slide 10 - Tekstslide

enkelvoud: 
ik loop
jij loopt
hij loopt

meervoud:
wij lopen
jullie lopen
zij lopen 
enkelvoud:
ik word
jij wordt
hij wordt

meervoud: 
wij worden 
jullie worden
zij worden

Slide 11 - Tekstslide

Maar let op!
Als je of jij achter het ww komt, dan schrijf je geen t

Loop jij zelf naar huis?
Word jij daar nou nooit eens moe van?

Je zegt niet: loopt jij naar huis?
Dus ook niet: Wordt jij daar nou nooit eens moe van?

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag: 
 
1.8 test jezelf
timer
1:00
succes!
Klaar? 
Ik heb een werkboekje voor je klaarliggen!

Slide 13 - Tekstslide