Schrijfles 3 - klassikale tekstbespreking en peerfeedback II

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

W

E

L

K

O

M

 

H

1

A

Lesdoelen

- Je leert hoe je een tekst begrijpelijk en boeiend kan schrijven voor de lezer(s)

- Je leert hoe je iemand tips kan geven om zijn/haar tekst te verbeteren

- Je leert hoe je je eigen tekst kan verbeteren 

- Aan het einde van de les is je tekst boeiender en duidelijker geworden.

3 minuten

boeiend = met veel details schrijven over 1 moment of over hoe het kwam dat… (we uit de Ikea werden gezet bijvoorbeeld, Karan), want dan wordt een vertelling pas leuk. 

Ik geef jullie een voorbeeld:

"Vroeger zat ik op vioolles maar ik vond dat niet leuk want mijn juf reageerde geïrriteerd als ik niet goed speelde."

Vraag: is dat leuk of interessant?

 Of denk je: jammer voor jou, en richt je je aandacht op, of praat je door over, iets anders? Dat laatste lijkt mij.

Maar je kunt het veel leuker en smeuïger maken door met veel detail te vertellen. Bijvoorbeeld zo: video!

Beloning indien tijd over. Jochem Meijer, meester-verteller.

Hoe kunnen we onze vertelling gaan verbeteren?

1. Klassikale tekstbespreking 

2. Feedback in duo's 

3. Tekst verbeteren en verder uitwerken 

2 minuten

Spelregels tekstbespreking

De schrijver = de eigenaar van de tekst, dus de eigenaar blijft de baas van de tekst.

We lezen eerst een stukje van de tekst door en gaan dan zin voor zin kijken of we begrijpen wat de schrijver bedoelt én of we tips hebben om de vertelling boeiender te maken, bijvoorbeeld door details toe te voegen.

Max. 10 minuten. PowerPoint openen. Ik verwijs naar de feedback die al is gegeven (vooral op spelling en hoofdletters). Nu: vooral feedback op inhoud graag. Ik lees eerst het stukje tekst in zijn geheel even rustig voor.

Daarna gaan we er samen zin voor zin doorheen (1 zin per slide in PPT), vervolgens tik ik de verbeterde zin onder de originele zin (tijdens de PPT-presentatie). Na de tekstbespreking schakel ik weer terug naar LessonUp.

Feedback in duo's: stap 1

Lees nu eerst aandachtig en in stilte een stukje tekst (10 regels) van je buurman of buurvrouw door. Begrijp je als lezer alles wat er staat? Is het ook interessant om te lezen? Heb je een idee hoe de tekst beter gemaakt kan worden?

Feedback in duo's: stap 2

Lees hetzelfde stukje tekst nog een keer door, maar nu zin voor zin. Geef met een kleurtje aan wat er beter kan of zet een vraagteken als je niet helemaal precies begrijpt wat er staat.

Feedback in duo's: stap 3

Wissel nu je feedback met elkaar uit: Stel aan je buurman of buurvrouw  2 vragen over de tekst. Je mag ook zeggen wat je goed vindt aan de tekst.

Zelfstandig werken aan je vertelling.

Ga in Aerobe DLO naar je vertelling en ga  

verder met je eigen tekst. 

Je mag nu zinnen in je tekst aanpassen of toevoegen. 

Kan je geen goede beginzin of  slotzin (of een tussenzin) bedenken? Pak dan een schrijfhulpkaartje erbij.

Checklist: waarop letten?

- Heeft mijn tekst een passende titel?

- Heb ik een duidelijke beginzin? Is duidelijk waar mijn verhaal over gaat (wie-wat-waar-wanneer)?

- Vertel ik genoeg details?

- Gebruik ik niet steeds dezelfde woorden (en toen, en toen)?

- Zijn mijn zinnen volledig? Staan ze logisch geordend?

- Heb ik een duidelijke slotzin?

hoofdletters

leestekens

spelling

deze dia op het digibord tijdens het zelfstandig schrijven

KLAAR-opdracht op het whiteboard:

- Plenda: 

woe 15-2 : NL (M): vertelling inleveren (ELO)

- Exit-ticket (Aerobe) invullen

- Leesboek lezen

Afsluiting

https://exitticket.nl/ticket/61eofbq4

3 minuten

Kinderen die eerder klaar zijn met hun vertelling mogen eventueel de laatste 5 minuten van het schrijven een ander kind helpen. Daarna mogen zij lezen in hun leesboek.

Als we tijd over hebben vraag ik evt.  nog wie zijn verhaal graag wil voorlezen.