Hoofdstuk 7 wondzorg

Helpende plus
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Helpende plus

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 7 wondzorg
leerdoel: 
Je hebt na deze les basiskennis van wondzorg
Je kunt vertellen hoe je een rode wond verzorgt

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud les
  • wat is een wond
  • indeling van wonden
  • wondgenezing en de fasen
  • invloed op de genezing van de wond
  • wondbehandeling
  • verzorging van een rode wond
  • wondzorgprodukten

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een wond?

Slide 4 - Woordweb

Wat is een wond?
Een Wond is een beschadiging van het lichamelijk weefsel

meestal aan de buitenkant van het lichaam

een blauwe plek is een wond aan de binnenkant van het lichaam

Slide 5 - Tekstslide

Indeling van wonden
indeling op kenmerken: hoe ziet een wond eruit?
  • oppervlakkig, diep, ondiep
  •  inwendige of uitwendige
  • droog of nat (exsudaat)
  • genezingsstadium van de wond (vers of oud)
  • reinheid (schoon, gecontamineerd, geïnfecteerd)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Kijk je huiswerk van de vorige keer na en verbeter

klaar? 
bespreek met elkaar:
vitale functies, urinwegstelsel, twee groepen katheters, complicaties katheter, onbegrepen gedrag, Diabetes

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Beschrijf deze wond aan de hand van de kenmerke

Slide 9 - Tekstslide

Indeling van wonden
ontstaanswijze: hoe is de wond ontstaan:
  • circulatiestoornissen (zoals decubitus, diabetische voet)
  • oncologische wond
  • infectiewond
  • mechanische wond
  • chemische wond
  • thermische wond
  • elektriciteitswond

Slide 10 - Tekstslide

wat is de ontstaanswijze? leg uit
wat is de ontstaanswijze? leg uit 

Slide 11 - Tekstslide

indeling van wonden
duur van de wond: is het acuut of chronisch
acuut: ontstaan snel, oorzaak van buitenaf
chronisch: heelt langzaam, ontstaat gemakkelijk, komt door een onderliggende aandoening.

bekijk de vorige afbeeldingen: zijn deze wonden chronisch of acuut?

Slide 12 - Tekstslide

indeling wonden
kleur
WCS=woundcare consultant society deelt de wonden in naar kleur:
  • rode wond
  • gele wond 
  • zwarte wond
je weet dan welke wondbehandeling je moet toepassen. 

Slide 13 - Tekstslide

WCS
kijk naar de wondbodem (=onderste of diepste laag van de wond)
rode wond: wondbodem is helderrood
gele wond: geel beslag (=debris)
zwarte wond: afgestorven weefsel (=necrose)

Slide 14 - Tekstslide

rode, gele en zwarte wonden

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 1 en 2 uit je boek (blz 144-146)
Bespreek en vergelijk je antwoorden met elkaar

timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Hoe noem je wondvocht bij een natte wond?
A
gecontamineerd
B
exsudaat
C
necrose
D
debris

Slide 17 - Quizvraag

Hoe worden wonden ingedeeld volgens WCS?

Slide 18 - Open vraag

Wondgenezing primaire wond
een wond kan op verschillende manieren genezen:
primaire wondgenezing
de wondranden liggen tegen elkaar aan
schone wond
geneest snel
behandeling: zwaluwstaart

Slide 19 - Tekstslide

Wondgenezing secundaire wond
wondranden liggen niet tegen elkaar
de wond herstelt door groei van onder uit de wond
geneest traag
soms necrose en infectie

Slide 20 - Tekstslide

Fasen van wondgenezing
1. hemostase: stoppen van bloeden door samentrekken bloedvaten
2. ontstekingsfase: weefsel wordt opgeruimd, wondvocht in de wond
3. granulatiefase: beschadigde huid wordt vervangen voor nieuw weefsel (=granulatieweefsel). Wond is helderrood
4. maturatiefase: versterkt het weefsel in de wond, wondranden trekken samen. Nieuwe epitheelcellen
5. littekenvorming: na circa 4 weken roder, dikker, sterker., daarna wit, zacht en soepel (verdwijnt vaak na 6 maanden-2 jaar)

Slide 21 - Tekstslide

Leg aan elkaar uit wat er gebeurt

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

opdracht
maken opdracht 3 en 4
bespreek en vergelijk de antwoorden met elkaar.
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

wat weet je nu meer over wonden?

Slide 25 - Woordweb

een secundaire wond
A
de wondranden liggen tegen elkaar
B
geneest snel
C
de wond is schoon
D
de groei gaat van onder uit de wond

Slide 26 - Quizvraag

Opdracht
deze opdracht doe je in tweetallen
je hebt een a4
1 van jullie schrijft op:
negatieve invloed op wondgenezing
de ander schrijft op:
positieve invloed op wondgenezing
presenteer aan elkaar

Slide 27 - Tekstslide

Wat heeft een positieve invloed op genezing van de wond?

Slide 28 - Woordweb

Wondbehandeling
wie zijn er betrokken?
arts, wondverpleegkundige

wat zijn de taken van helpende?

Slide 29 - Tekstslide

Wondbehandelplan
= hierin staat hoe de wond behandeld moet worden
zit in het zorgdossier
Time-Plan
stap 1= Tissue (weefsel)
stap 2= Infection (ontsteking)
stap 3= Moisture (vocht)
stap 4= Edge (wondrand

Slide 30 - Tekstslide

TIME-plan
t=tissue (weefsel)
dood en ongezond weefsel is niet bevordelijk voor de genezing en moet verwijderd worden

i=infection (ontsteking)
reinig de wond en zorg voor infectiebestrijding (spoelen, antibacteriele wondbehandelingsproducten)

Slide 31 - Tekstslide

TIME-plan
m=moisture (vocht)
zorg voor een goede vochtbalans
te weinig vocht: verdiept de wond, teveel vocht: vergroot de wond

e=edge (wondrand)
niet te nat of te droog, genezing gebeurt vanuit de wondranden of midden


Slide 32 - Tekstslide

Rapportage
kleur, geur, exsudaat
grootte, diepte, wondrand
plek van de wond
pijnscore

Slide 33 - Tekstslide

Wat rapporteer je bij deze wond?

Slide 34 - Tekstslide

Verzorging rode wond
  • je verwijdert verband
  • je inspecteert de wond
  • je verzorgt de wond
  • je brengt nieuw verband aan

Slide 35 - Tekstslide

verzorging rode wond
Lees op blz 155 de tekst verzorging van de wond.
onderstreep de belangrijke zinnen/woorden.

maak opdracht 6 en 7

Slide 36 - Tekstslide

Wat heb je onderstreept in de tekst?
in steekwoorden

Slide 37 - Open vraag

Wanneer doe je handschoenen aan?
A
meteen aan het begin
B
voordat je verbandmateriaal verwijdert
C
voordat je verbandmateriaal verwijdert en als je nieuw verband aanlegt
D
als je nieuw verband gaat aanleggen

Slide 38 - Quizvraag

aseptisch betekent
A
met handschoenen werken
B
zuurstof
C
infectie
D
zo schoon mogelijk

Slide 39 - Quizvraag

waar let je op als je de wond inspecteert?

Slide 40 - Open vraag

Wondzorgprodukten
zie tabel blz 157 boek
absorberende verbanden:
nemen veel wondvocht (exsudaat)op
hydroactieve verbanden: reiniging van de wond
schuimverband: vochtig wondmilieu
alginaten: reinigt de wond (bij veel pus, vocht)

Slide 41 - Tekstslide

Wondzorgproducten
hydraterende producten 
zorgen voor een vochtig milieu (moet langere tijd blijven zitten)

basisproducten
droge gazen, zalven, vette gazen, jodiumgazen

wondranden: huidverzorgers en huidbeschermers

Slide 42 - Tekstslide

opdracht 
lees op Vilans het protocol wondverzorging
maak opdracht 9 en 12 

zie ook app: wondwijzer
volgende les: medicatie

Slide 43 - Tekstslide

De wond is best groot en stinkt,
deze rapportage is
A
objectief
B
subjectief

Slide 44 - Quizvraag

een voorbeeld van onbegrepen gedrag is
A
agressie
B
apathisch
C
niet mee willen werken
D
alle antwoorden zijn mogelijk

Slide 45 - Quizvraag

Het gebruik van voorgeschreven medicatie zoals het hoort de noem je

Slide 46 - Open vraag

de hartslag van een volwassene per minuut is

Slide 47 - Open vraag

Wet Big staat voor
A
beroepen in de gezondheidszorg
B
beroepen individuele gezondheidszorg
C
dit gaat over zorg en dwang
D
dit is een ander woord voor bevoegd en bekwaam

Slide 48 - Quizvraag

een hypo herken je door:
A
moe, vaak plassen
B
dorst en vaak plassen
C
moe, bleek, zweten, hoofdpijn, honger
D
droge tong, vaak plassen

Slide 49 - Quizvraag

urinewegstelsel bestaat uit de volgende 4 onderdelen:

Slide 50 - Open vraag